STORINGZOEKSCHEMA'S MOTOR


BHE010300103W01

• Zoek de storing op in de onderstaande storingzoektabel en raadpleeg dan het desbetreffende storingzoekschema.

Storingzoektabel

Nr.

VERSCHIJNSEL

BESCHRIJVING

1
Doorbranden hoofdzekering of andere zekering
-
2
Storingsindicatielampje (MIL) gaat branden
Storingsindicatielampje brandt ten onrechte. (Geen storingscode weergegeven)
3
Krukas draait niet rond
De startmotor werkt niet.
4
Moeilijk aanslaan/lang starten/onjuist aanslaan/onjuist starten
De krukas draait normaal rond maar de motor moet langdurig gestart worden alvorens aan te slaan.
5
Motor slaat af
Na starten/stationair draaien
De motor slaat onverwachts af bij stationair draaien of na het aanslaan.
6
KRUKAS DRAAIT NORMAAL ROND, MAAR MOTOR SLAAT NIET AAN.
De krukas draait normaal rond, maar de motor wil niet aanslaan.
7
Zakt langzaam terug naar stationair
De motor heeft meer tijd nodig om weer stationair te gaan draaien dan normaal.
8
Motor draait rauw/onregelmatig stationair
Het motortoerental fluctueert tussen het voorgeschreven stationair toerental en een lager toerental en de motor schudt overmatig.
9
Hoog stationair toerental/nadieselen
Het motortoerental blijft verhoogd na de opwarmfase.
De motor blijft draaien nadat het contact in stand LOCK is gezet.
]Naverbranding uitlaatgas
10
Laag stationair toerental/afslaan tijdens deceleratie
De motor slaat onverwachts af aan het begin van de deceleratie of net erna.
Naverbranding uitlaatgas
11
Motor slaat af
Acceleratie/constante snelheid
De motor slaat onverwachts af aan het begin van of tijdens acceleratie.
De motor slaat onverwachts af tijdens het rijden met constante snelheid.
Motor draait onregelmatig
Acceleratie/constante snelheid
Het motortoerental fluctueert tijdens acceleratie of het rijden met constante snelheid.
Slaat over
Acceleratie/constante snelheid
De motor slaat over tijdens acceleratie of bij het rijden met constante snelheid.
Bokken/schudden
Acceleratie/constante snelheid/deceleratie
De auto bokt/schudt tijdens acceleratie, bij constante snelheid of tijdens deceleratie.
Inhouden/stotteren
Acceleratie
Korte pauze aan het begin van de acceleratie of tijdens de acceleratie.
Toerentalschommelingen
Acceleratie/constante snelheid
Tijdelijke kleine onregelmatigheid in de vermogensafgifte van de motor.
12
Gebrek aan vermogen
Acceleratie/constante snelheid
De motor levert te weinig vermogen onder belasting (bijv. weinig vermogen wanneer de auto een helling oprijdt.)
13
Pingelen/kloppen
Acceleratie/constante snelheid
Het geluid dat ontstaat wanneer het lucht/brandstofmengsel ontstoken wordt door iets anders dan de bougie (bijvoorbeeld een hot spot in de verbrandingskamer).
14
Hoog brandstofverbruik
Het brandstofverbruik is overmatig hoog.
15
Uitlaatgassen
Voldoet niet aan de uitlaatgastest.
16
Hoog olieverbruik/lekkage
Overmatig olieverbruik.
17
Problemen door het koelsysteem
Oververhitting
De motor draait bij een hogere temperatuur dan normaal/raakt oververhit.
18
Problemen door het koelsysteem
Blijft koud
De motor komt niet op de normale bedrijfstemperatuur.
19
Roken
Blauwe, zwarte of witte rook uit de uitlaat.
20
Brandstofstank (in motorruimte)
Geur van benzine of zichtbare lekken.
21
Motorgeluid
Motorgeluid van onder de motorkap.
22
Problemen met trillingen (motor)
Trillingen van onder de motorkap of van de aandrijflijn.
23
Airco werkt niet voldoende.
De magneetkoppeling van de aircocompressor wordt niet bekrachtigd wanneer de airconditioning wordt ingeschakeld.
24
Airco altijd aan of aircocompressor draait continu
De magneetkoppeling van de aircocompressor ontkoppelt niet.
25
De airconditioning wordt niet uitgeschakeld bij volgas
De magneetkoppeling van de aircocompressor ontkoppelt niet bij volgas.
26
Uitlaatgas ruikt naar zwavel
Geur van rotte eieren uit de uitlaat.
27
Staat van bougie
Toestand bougies onjuist.
28
AT-problemen
Opschakelen/terugschakelen/inschakelen
Problemen van de automatische transmissie die geen verband houden met de prestaties van de motor.