CONTROLE OLIEDRUK

Waarschuwing

• Verwijder en plaats alle onderdelen als de motor koud is. Anders kunt u ernstige brandwonden of ander letsel oplopen.

• Voortdurende blootstelling aan GEBRUIKTE motorolie heeft bij laboratoriummuizen huidkanker tot gevolg gehad. Bescherm uw huid door deze direct na de werkzaamheden met water en zeep te wassen.

1. Neem de stekker los en verwijder de oliedrukschakelaar.

2. Plaats vanaf de onderzijde van de auto SST in de inbouwopening van de oliedrukschakelaar.

3. Breng de motor op bedrijfstemperatuur.

4. Laat de motor met het aangegeven toerental draaien en lees de oliedruk af.

• Als deze niet aan de specificatie voldoet, controleer dan de onderdelen en repareer of vervang ze indien nodig.

Aanwijzing

• De oliedruk is afhankelijk van de viscositeit en van de temperatuur van de olie.

Oliedruk (referentiewaarde)

350 kPa {3,57 kg/cm², 50,8 psi} [3.000 omw/min, olietemperatuur: 100°C {212°F}]

5. Schakel de motor uit en laat hem afkoelen.

6. Verwijder SST.

Opmerking

• Zorg ervoor dat er tussen 1,0-2,0 mm {0,04-0,07 in} van het uiteinde van de oliedrukschakelaar geen siliconenpakking zit, zodat de werking ervan niet belemmerd wordt.

7. Breng siliconenpakking aan op de draadgangen van de oliedrukschakelaar.

8. Plaats de oliedrukschakelaar.

Aanhaalmoment

11,8-17,6 Nm {121-179 kgcm, 105-155 in.lbf}

9. Sluit de stekker aan.

10. Start de motor en controleer of er geen olielekkage is.

• Als er geen olielekkage is, zoek dan de oorzaak en repareer of vervang het desbetreffende onderdeel.