CONTROLE AFSLUITKLEP SECUNDAIRE LUCHTINJECTIE


BHE011301005W12

1. Neem de minkabel van de accu los.

2. Verwijder de afsluitklep variabele luchtinjectie. (Zie VERWIJDEREN/PLAATSEN LUCHTINLAATSYSTEEM.)

3. Controleer de luchtstroom aan de hand van de stappen in onderstaande tabel.

• Als deze normaal is, moet de bijbehorende bedrading gecontroleerd worden.
• Vervang de afsluitklep variabele luchtinjectie als er een storing is.

Controle van circuit op onderbreking/kortsluiting

1. Neem de PCM-stekker los. (Zie VERWIJDEREN/PLAATSEN PCM.)

2. Controleer de volgende bedrading op onderbreking of kortsluiting (controle doorverbinding).

Onderbreking

• Als er geen doorverbinding is, is het circuit onderbroken. Repareer of vervang de bedrading.
- Aansluiting B afsluitklep variabele luchtinjectie (bedradingszijde) en PCM-aansluiting 1L
- Aansluiting A afsluitklep variabele luchtinjectie (bedradingszijde) en aansluiting C hoofdrelais (bedradingszijde)

Kortsluiting

• Als er doorverbinding is, is er kortsluiting in het circuit. Repareer of vervang de bedrading.
- Aansluiting B afsluitklep variabele luchtinjectie (bedradingszijde) en massa
- Aansluiting A afsluitklep variabele luchtinjectie (bedradingszijde) en voeding