CONTROLE SMOORKLEPHUIS

BHE011320661W01

Aanwijzing
• Voer de volgende controle alleen uit als dit wordt aangegeven.

Controle weerstand

1. Verwijder het smoorklephuis. (Zie VERWIJDEREN/PLAATSEN LUCHTINLAATSYSTEEM.)

2. Controleer met een ohmmeter of er geen doorverbinding is tussen de aansluitingen van het smoorklephuis en het smoorklephuis zelf (massa).

• Vervang het smoorklephuis als deze niet aan de specificaties voldoet. (Zie VERWIJDEREN/PLAATSEN LUCHTINLAATSYSTEEM.)

3. Meet met een ohmmeter de weerstand tussen de aansluitingen van het smoorklephuis.

• Vervang het smoorklephuis als deze niet aan de specificaties voldoet. (Zie VERWIJDEREN/PLAATSEN LUCHTINLAATSYSTEEM.)
• Voer 'Controle circuit onderbroken/kortsluiting' uit als het aan de specificatie voldoet.

Weerstand smoorklepservo

Omgevingstemperatuur (°C {°F})

Weerstand (ohm)

Ongeveer 20 {68}
0,3-100

Controle van circuit op onderbreking/kortsluiting

1. Neem de PCM-stekker los. (Zie VERWIJDEREN/PLAATSEN PCM.)

2. Controleer de volgende bedrading op onderbreking of kortsluiting (controle doorverbinding).

Onderbreking

• Als er geen doorverbinding is, is het circuit onderbroken. Repareer of vervang de bedrading.
- Aansluiting A smoorklephuis (bedradingszijde) en PCM-aansluiting 1B
- Aansluiting B smoorklephuis (bedradingszijde) en PCM-aansluiting 1C

Kortsluiting

• Als er doorverbinding is, is er kortsluiting in het circuit. Repareer of vervang de bedrading.
- Aansluiting A smoorklephuis (bedradingszijde) en voeding
- Aansluiting A smoorklephuis (bedradingszijde) en massa
- Aansluiting B smoorklephuis (bedradingszijde) en voeding
- Aansluiting B smoorklephuis (bedradingszijde) en massa

Controle smoorklep

1. Verwijder het smoorklephuis. (Zie VERWIJDEREN/PLAATSEN LUCHTINLAATSYSTEEM.)

2. Open de smoorklep met de hand vanuit de gesloten stand naar de geheel geopende stand.

3. Controleer of de smoorklep soepel kan bewegen.

• Vervang het smoorklephuis als dit niet het geval is.

4. Laat de smoorklep in de geheel geopende stand weer los.

5. Controleer of de smoorklep weer soepel gesloten wordt door de veer.

• Vervang het smoorklephuis als dit niet het geval is.

6. Druk de smoorklep met de hand in de geheel gesloten stand.

7. Controleer of de smoorklep ongeveer 5° beweegt.

• Vervang het smoorklephuis als dit niet het geval is.