CONTROLE MAF-SENSOR
BHE014013215W02
-
Aanwijzing
-
• Volg eerst het storingzoekschema voordat u de volgende controle uitvoert. (Zie Storingzoekprocedure.)
Visuele controle
1. Controleer de luchtmassasensor/thermosensor inlaatlucht visueel op het volgende:
-
• Beschadiging, scheurtjes
-
• Corrosie op sensoraansluiting
-
• Sensoraansluiting verbogen
-
- Vervang de luchtmassasensor/thermosensor inlaatlucht als er een defect is. (Zie VERWIJDEREN/PLAATSEN LUCHTMASSASENSOR/THERMOSENSOR INLAATLUCHT.)
-
- Voer de 'Controle van circuit op onderbreking/kortsluiting' uit als de omstandigheden (referentie) van het controlepunt niet aan de specificaties voldoen, ook al is er geen defect.
Controle spanning
1. Verwijder de luchtmassasensor/thermosensor inlaatlucht zonder de stekker los te nemen.
2. Zet het contact in stand ON.
3. Controleer of de spanning op PCM-aansluiting 5N (PID MAF) verandert, als de lucht de luchtmassasensor geleidelijk nadert.
-
• Vervang de luchtmassasensor/thermosensor inlaatlucht als dit niet het geval is, ook al zitten er geen defecten in de bijbehorende bedrading. (Zie VERWIJDEREN/PLAATSEN LUCHTMASSASENSOR/THERMOSENSOR INLAATLUCHT.)
-
AT
Motortoerental
|
Berekende waarde motorbelasting (PID LOAD)
|
Massa inlaatlucht (PID MAF)
|
Stationair draaien na opwarmfase (geen elektrische belasting)
|
20-28%
|
4,4-5,3 g/s
|
2.500 omw/min
|
15,0-21,0%
|
9,5-12,5 g/s
|
-
MT
Motortoerental
|
Berekende waarde motorbelasting (PID LOAD)
|
Massa inlaatlucht (PID MAF)
|
Stationair draaien na opwarmfase (geen elektrische belasting)
|
18,0-25,0%
|
3,8-4,7 g/s
|
2.500 omw/min
|
13,5-19,5%
|
8,7-11,7 g/s
|
Controle van circuit op onderbreking/kortsluiting
1. Neem de PCM-stekker los.
2. Neem de stekker van de MAF-sensor/thermosensor inlaatlucht los.
3. Controleer de volgende bedrading op onderbreking en kortsluiting. (Controle van doorverbinding)
Onderbreking
-
• Als er geen doorverbinding is in de volgende bedrading, is er een onderbreking. Repareer of vervang de bedrading.
-
- Aansluiting A luchtmassasensor/thermosensor inlaatlucht en aansluiting C hoofdrelais
-
- Aansluiting B luchtmassasensor/thermosensor inlaatlucht en PCM-aansluiting 5U
-
- Aansluiting C luchtmassasensor/thermosensor inlaatlucht en PCM-aansluiting 5N
Kortsluiting
-
• Als er doorverbinding is in de volgende bedrading, is er een kortsluiting. Repareer of vervang de bedrading.
-
- Aansluiting A luchtmassasensor/thermosensor inlaatlucht en massa
-
- Aansluiting C luchtmassasensor/thermosensor inlaatlucht en voeding
-
- Aansluiting C luchtmassasensor/thermosensor inlaatlucht en massa