CONTROLE THERMOSENSOR INLAATLUCHT
BHE014018840W03
-
Aanwijzing
-
• Volg eerst het storingzoekschema voordat u de volgende controle uitvoert. (Zie Storingzoekprocedure.)
Controle weerstand
1. Neem de stekker van de MAF-sensor/thermosensor inlaatlucht los.
2. Controleer of de weerstand tussen aansluiting D en E van de luchtmassasensor overeenkomt met de waarden in de tabel als er warme lucht in de ingebouwde thermosensor inlaatlucht wordt geblazen.
-
• Voer de 'Controle van circuit op onderbreking/kortsluiting' uit als de omstandigheden/specificatie (referentie) van het controlepunt niet aan de specificaties voldoen, ook al voldoet de weerstand wel aan de specificaties.
-
• Vervang de luchtmassasensor/thermosensor inlaatlucht als deze niet aan de specificaties voldoet. (Zie VERWIJDEREN/PLAATSEN LUCHTMASSASENSOR/THERMOSENSOR INLAATLUCHT.)
-
Weerstand thermosensor inlaatlucht
Luchttemperatuur (°C {°F})
|
Weerstand (kilo-ohm)
|
-20 {-4}
|
13,6-18,4
|
20 {68}
|
2,21-2,69
|
60 {140}
|
0,493-0,667
|
Grafiek weerstand thermosensor inlaatlucht (referentie)
Controle van circuit op onderbreking/kortsluiting
1. Neem de stekkers van de PCM los.
2. Neem de stekker van de MAF-sensor/thermosensor inlaatlucht los.
3. Controleer de volgende bedrading op onderbreking en kortsluiting. (Controle van doorverbinding)
Onderbreking
-
• Als er geen doorverbinding is in de volgende bedrading, is er een onderbreking. Repareer of vervang de bedrading.
-
- Aansluiting D luchtmassasensor/thermosensor inlaatlucht en PCM-aansluiting 5K
-
- Aansluiting E luchtmassasensor/thermosensor inlaatlucht en PCM-aansluiting 4U
Kortsluiting
-
• Als er doorverbinding is in de volgende bedrading, is er een kortsluiting. Repareer of vervang de bedrading.
-
- Aansluiting D luchtmassasensor/thermosensor inlaatlucht en massa
-
- Aansluiting D luchtmassasensor/thermosensor inlaatlucht en voeding