CONTROLE SNELHEIDSSENSOR (VSS)


BHE051319200W08

Opmerking
• Water of vuil in de stekker kan slecht contact of corrosie veroorzaken. Zorg ervoor dat er geen water of vuil in de stekker komt als deze losgenomen wordt.

Visuele controle

1. Verwijder de snelheidssensor. (Zie VERWIJDEREN/PLAATSEN SNELHEIDSSENSOR (VSS).)

2. Zorg ervoor dat er geen metaalslijpsel en dergelijke op de snelheidssensor aanwezig is.

• Reinig de turbinewielsensor als er metaalslijpsel aanwezig is.

3. Plaats de snelheidssensor. (Zie VERWIJDEREN/PLAATSEN SNELHEIDSSENSOR (VSS).)

Controle onderdeel

1. Controleer met een oscilloscoop of het golfpatroon van het signaal van de snelheidssensor naar TCM-aansluiting 2K hetzelfde is als het referentiepatroon.

• Als het werkelijke patroon afwijkt van het referentiepatroon, controleer dan het volgende en repareer defecte onderdelen:

Golfpatroon

Oorzaak storing

Geen golfpatroon (vast op maximale waarde)
• Onderbreking tussen aansluiting A snelheidssensor-TCM-aansluiting 2K
• Onderbreking/kortsluiting tussen aansluiting B snelheidssensor-accu
Geen golfpatroon (vast op minimale waarde)
• Kortsluiting tussen aansluiting A snelheidssensor-TCM-aansluiting 2K
Maximale waarde golfpatroon is te laag
• Storing in bedrading tussen aansluiting A snelheidssensor-TCM-aansluiting 2K
• Onvoldoende vermogen van de snelheidssensor
Minimale waarde golfpatroon is te hoog
• Slecht contact (losse massaverbinding) tussen aansluiting C snelheidssensor-TCM-aansluiting 2K
Golfpatroon te breed/smal
• Metaalslijpsel (verontreinigingen) op snelheidssensor
• Toerentalschommelingen tandwiel parkeerstand

• Verbonden aansluitingen: 2K (+) en 2M (-)
• Instelling oscilloscoop: 5 V/DIV (Y), 2,5 ms/DIV (X)
• Meetvoorwaarden: stand M, 1e versnelling bij 20 km/h {12 mph}

2. Controleer het golfpatroon van het signaal van de snelheidssensor opnieuw. Als de storing niet verholpen is, vervang dan de snelheidssensor.