1. Zet accuspanning op de aansluitingen en controleer de werking van de servo.
Werking servo
|
Aansluiting
|
|
---|---|---|
B+
|
Massa
|
|
Vergrendelen
|
A
(F)
|
C
(D)
|
Supervergrendeling
|
A
(F)
|
B
(E)
|
Ontgrendelen
|
C en B
(D en E)
|
A
(F)
|
1. Controleer de doorverbinding tussen de aansluitingen van de slotschakelaar.
1. Neem de stekker van de slotservo los.
2. Controleer de doorverbinding tussen de aansluitingen van de slotschakelaar.