VERWIJDEREN/PLAATSEN INSTRUMENTENPANEEL


BHE092255430W01

Opmerking
• Bij het vervangen van het instrumentenpaneel, moet voor het verwijderen van het instrumentenpaneel eerst de configuratieprocedure worden uitgevoerd. Als de configuratieprocedure niet wordt uitgevoerd, zal dit leiden tot een storing in het systeem.

1. Configureer het instrumentenpaneel na het vervangen. (Zie CONFIGURATIE INSTRUMENTENPANEEL.)

2. Neem de minkabel van de accu los.

3. Verwijder de stuurkolomkappen. (Zie VERWIJDEREN/PLAATSEN STUURKOLOMAFDEKKING.)

4. Verwijder de schroef.

5. Trek het instrumentenpaneel naar buiten en verwijder het.

6. Neem de stekker los.

7. Plaats de onderdelen in omgekeerde volgorde.

Opmerking
• Het instrumentenpaneel moet met de wijzerplaat omhoog worden weggelegd, om te voorkomen dat er vet uit de meters lekt.