CONTROLE SERVO AFSLUITKLEP SECUNDAIRE LUCHTINJECTIE


BHE011301005W13

1. Neem de vacuümslang los van de servo afsluitklep variabele luchtinjectie.

2. Sluit de vacuümpomp aan op de servo afsluitklep variabele luchtinjectie.

3. Controleer of de stang beweegt zoals is aangegeven in onderstaande tabel wanneer er geleidelijk een vacuüm wordt gezet op de servo afsluitklep variabele luchtinjectie.

• Vervang het inlaatspruitstuk als er een defect is. (Zie VERWIJDEREN/PLAATSEN INLAATSPRUITSTUK.)
Beweging stang

Vacuüm

(kPa {mmHg, inHg})

Beweging stang

-3,6 {-27,0, -1,1} of meer
Begint te bewegen
-27,9 {-209,2, -8,2} of minder
Volledig uitgetrokken
1,2 {9,0, 0,4} of meer
Volledig teruggekeerd