VERWIJDEREN/PLAATSEN INLAATSPRUITSTUK


BHE011301005W08

Waarschuwing
• Brandstofdamp is gevaarlijk. Het ontbrandt gemakkelijk, waardoor ernstig letsel kan ontstaan. Houd vonken en open vuur altijd ver verwijderd van brandstof.
• Lekkage uit de brandstofleidingen en uit het onder druk staande brandstofsysteem is gevaarlijk. De brandstof kan ontbranden waardoor ernstige verwondingen en schade kunnen ontstaan. Brandstof kan tevens huid en ogen irriteren. Volg om dit te voorkomen altijd de 'Veiligheidsprocedures voor brandstofleidingen' op bij onderhoudswerkzaamheden aan het brandstofsysteem. (Zie PROCEDURE VOOR REPARATIE.)
• Verwijder de motor, de transmissie en het subframe voorzichtig. Als de transmissie valt, kan deze beschadigd raken of letsel veroorzaken.
• Zet, na het losnemen van de stuuraskoppeling, het EPS-systeem altijd in de middenstand om te voorkomen dat het systeem defect raakt. (Zie INSTELLEN MIDDENSTAND EPS-SYSTEEM.)
Aanwijzing
• Om het inlaatspruitstuk te kunnen verwijderen, moet eerst de motor worden verwijderd.
• Verwijder de motor, de transmissie en het subframe als één geheel via de onderzijde van de auto.

1. Verwijder de volgende onderdelen:

(1) De voorwielen (Zie ALGEMENE PROCEDURES (WIELOPHANGING)
(2) De afdekkap van de motor (Zie VERWIJDEREN/PLAATSEN AFDEKKAP MOTOR.)
(3) De veerpootbrug van de voorwielophanging (Zie VERWIJDEREN/PLAATSEN VEERPOOTBRUG.)
(4) De accukap, accu, accuhouder en accudrager (Zie Verwijderen/plaatsen accu.)
(5) Het luchtfilter, de luchtinlaat en de resonantiekamer van het luchtfilter (Zie VERWIJDEREN/PLAATSEN LUCHTINLAATSYSTEEM.)
(6) De PCM (Zie VERWIJDEREN/PLAATSEN PCM.)
(7) De pomp van de secundaire luchtinjectie. (Zie VERWIJDEREN/PLAATSEN POMP SECUNDAIRE LUCHTINJECTIE.)

2. Tap de koelvloeistof af. (Zie KOELVLOEISTOF VERVANGEN.)

3. Neem de vacuümslang van de remmen los.

4. Neem de snelkoppeling naar het koolstoffilter vanaf de zijde van de motorruimte los. Zie VERWIJDEREN/PLAATSEN SNELKOPPELING.)

5. Neem de kunststof brandstofslang los. (Zie PROCEDURE VOOR REPARATIE.) (Zie VERWIJDEREN/PLAATSEN INSPUITVENTIELEN.)

6. Verwijder de bobine. (Zie Verwijderen/plaatsen bobine.)

7. Verwijder de aandrijfriem van de aircocompressor. (Zie VERVANGEN AANDRIJFRIEM.)

8. Verwijder de aircocompressor met de leidingen en bind de aircocompressor met touw uit de weg.

9. Neem de motorbedrading aan de zijde van de hoofdzekeringenkast los.

10. Verwijder de onderplaat van de motor.

11. Neem de stekker van de wielsensor vóór los. (Zie VERWIJDEREN/PLAATSEN WIELSENSOR VÓÓR.)

12. Neem de radiateurslang, de verwarmingsslang en de slang van het expansievat los.

13. Verwijder de koppelingswerkcilinder met de leidingen en bind de koppelingswerkcilinder met touw uit de weg. (MT) (Zie VERWIJDEREN/PLAATSEN KOPPELINGSWERKCILINDER.)

14. Verwijder de versnellingspook. (MT) (Zie VERWIJDEREN/PLAATSEN TRANSMISSIE [R15M-D].) (Zie VERWIJDEREN/PLAATSEN TRANSMISSIE [Y16M-D].)

15. Neem de selectiehendel los. (Zie VERWIJDEREN/PLAATSEN AUTOMATISCHE TRANSMISSIE.)

16. Verwijder de motor, de transmissie en het subframe met behulp van een motorkrik. (Zie VERWIJDEREN/PLAATSEN MOTOR.)

17. Verwijder het bovenste en onderste deel van het spruitstuk. (Zie VERWIJDEREN/PLAATSEN LUCHTINLAATSYSTEEM.)

18. Verwijder de regelklep secundaire luchtinjectie. (Zie VERWIJDEREN/PLAATSEN REGELKLEP SECUNDAIRE LUCHTINJECTIE.)

19. Verwijder de onderdelen in de aangegeven volgorde, zie de tabel.

20. Plaats de onderdelen in omgekeerde volgorde.

.

1
Brandstofslang
2
Brandstofgalerij (primair 2, secundair)
3
Inlaatspruitstuk

Aanwijzing voor plaatsen - inlaatspruitstuk

1. Breng een dikke laag olie aan op de extra luchtkleppen (13B-MSP (HOOG VERMOGEN)), zoals in de afbeelding is aangegeven.

2. Draai de bouten in de aangegeven volgorde vast

3. Draai bout nr. 1 opnieuw vast nadat alle bouten zijn vastgedraaid.

Aanhaalmoment
18,6-25,5 Nm {1,8-2,6 kgm, 13,7-18,9 ft·lbf}