1. Voer de procedure vóór reparatie en de veiligheidsprocedures voor brandstofleidingen uit. (Zie PROCEDURE VOOR REPARATIE.)
2. Neem de minkabel van de accu los. (Zie Verwijderen/plaatsen accu.)
3. Neem de snelkoppeling los aan de zijde van de motorruimte. Zie VERWIJDEREN/PLAATSEN SNELKOPPELING.)
4. Verdraai de hendel evenwijdig aan de slang van SST zoals is aangegeven in de afbeelding.
5. Sluit de snelkoppeling van SST weer aan op de brandstofleiding totdat een klik hoorbaar is.
6. Controleer met de hand of de snelkoppeling goed vastzit.
7. Sluit de minkabel van de accu aan.
8. Leg aansluiting F/P van de controlestekker met een servicedraadje aan massa.
9. Zet het contact in stand ON en schakel de brandstofpomp in.
10. Meet de druk in de brandstofleiding.
11. Neem het servicedraadje los en stop de brandstofpomp.
12. Meet de restdruk van de brandstof na 5 min.
13. Neem SST los.
14. Sluit de snelkoppeling aan. Zie VERWIJDEREN/PLAATSEN SNELKOPPELING.)
15. Controleer alle onderdelen aan de hand van de CONTROLE NA REPARATIE. (Zie PROCEDURE NA REPARATIE.)