CONTROLE PCM

Zonder WDS of een vergelijkbare tester

Aanwijzing

• De spanning op de PCM-aansluiting kan verschillen afhankelijk van de omstandigheden waaronder de spanning gemeten wordt en verandert naarmate de auto ouder wordt, wat kan leiden tot een onjuiste diagnose. Daarom zijn een nauwkeurige controle van de ingangssystemen, de uitgangssystemen en de PCM nodig om te kunnen bepalen waar het defect zit.

Spanningstabel PCM-aansluitingen (referentie)

Controle met oscilloscoop (referentie)

Aanwijzing

• De pulsverhouding van het golfpatroon kan verschillen afhankelijk van de omstandigheden. Bepaal daarom eerst nauwkeurig waar in het ingangssysteem, het uitgangssysteem of de PCM de storing zich voordoet.

Stuursignaal smoorklep (+)

• Aangesloten aansluiting: 1B (+)-minpool accu

• Instelling oscilloscoop: 5 V/DIV (Y), 0,4 ms/DIV (X), DC-bereik

• Meetvoorwaarde: Contact in stand ON

Stuursignaal smoorklep (-)

• Aangesloten aansluiting: 1C (+)-minpool accu

• Instelling oscilloscoop: 5 V/DIV (Y), 1 ms/DIV (X), DC-bereik

• Meetvoorwaarde: Zodra het gaspedaal geheel is losgelaten vanuit de geheel ingetrapte stand terwijl het contact in stand ON staat (motor uit).

Stuursignaal verwarming voorste lambdasensor

• Aangesloten aansluiting: 1V (+)-minpool accu

• Instelling oscilloscoop: 5 V/DIV (Y), 50 ms/DIV (X), DC-bereik

• Meetvoorwaarde: Stationair draaien na opwarmfase (geen belasting)

Stuursignaal inspuitventiel (FS, RS)

• Aangesloten aansluiting:

FS: 2G (+)-minpool accu

RS: 2D (+)-minpool accu

• Instelling oscilloscoop: 5 V/DIV (Y), 5 ms/DIV (X), DC-bereik

• Meetvoorwaarde: Stationair draaien na opwarmfase (geen belasting)

Stuursignaal dynamo

• Aangesloten aansluiting: 2I (+)-minpool accu

• Instelling oscilloscoop: 0,5 V/DIV (Y), 1 ms/DIV (X), DC-bereik

• Meetvoorwaarde: Stationair draaien na opwarmfase (geen belasting)

Stuursignaal inspuitventiel (FP1, RP1)

• Aangesloten aansluiting:

FP1: 2M (+)-minpool accu

RP1: 2J (+)-minpool accu

• Instelling oscilloscoop: 5 V/DIV (Y), 10 ms/DIV (X), DC-bereik

• Meetvoorwaarde: Stationair draaien na opwarmfase (geen belasting)

• Aangesloten aansluiting:

FP1: 2M (+)-minpool accu

RP1: 2J (+)-minpool accu

• Instelling oscilloscoop: 5 V/DIV (Y), 10 ms/DIV (X), DC-bereik

• Meetvoorwaarde: Tijdens starten koude motor. (Koelvloeistoftemperatuur: ongeveer 20°C {68°F})

Brandstofdampafvoer

• Aangesloten aansluiting: 2V (+)-minpool accu

• Instelling oscilloscoop: 5 V/DIV (Y), 20 ms/DIV (X), DC-bereik

• Meetvoorwaarde: Stationair draaien na opwarmfase (geen belasting)

Aanwijzing

• Brandstofdampafvoer is mogelijk niet ingeschakeld, afhankelijk van de toestand van de motor.

Uitgangsspanning dynamo

• Aangesloten aansluiting: 2T (+)-minpool accu

• Instelling oscilloscoop: 2 V/DIV (Y), 2 ms/DIV (X), DC-bereik

• Meetvoorwaarde: Stationair draaien na opwarmfase (geen belasting)

Positiesensor excentrische as

• Aangesloten aansluiting: 2U (+)-minpool accu

• Instelling oscilloscoop: 2 V/DIV (Y), 5 ms/DIV (X), DC-bereik

• Meetvoorwaarde: Stationair draaien na opwarmfase (geen belasting)

Stuursignaal 1 oliedoseerpomp

• Aangesloten aansluiting: 2W (+)-minpool accu

• Instelling oscilloscoop: 5 V/DIV (Y), 2 ms/DIV (X), DC-bereik

• Meetvoorwaarde: Net nadat contact in stand LOCK is gezet na opwarmfase (geen belasting)

Stuursignaal 2 oliedoseerpomp

• Aangesloten aansluiting: 2AB (+)-minpool accu

• Instelling oscilloscoop: 5 V/DIV (Y), 2 ms/DIV (X), DC-bereik

• Meetvoorwaarde: Net nadat contact in stand LOCK is gezet na opwarmfase (geen belasting)

Stuursignaal 3 oliedoseerpomp

• Aangesloten aansluiting: 2V (+)-minpool accu

• Instelling oscilloscoop: 5 V/DIV (Y), 2 ms/DIV (X), DC-bereik

• Meetvoorwaarde: Net nadat contact in stand LOCK is gezet na opwarmfase (geen belasting)

Stuursignaal 4 oliedoseerpomp

• Aangesloten aansluiting: 2Y (+)-minpool accu

• Instelling oscilloscoop: 5 V/DIV (Y), 2 ms/DIV (X), DC-bereik

• Meetvoorwaarde: Net nadat contact in stand LOCK is gezet na opwarmfase (geen belasting)

Bobine (L/F, L/R, T/F, T/R)

• Aangesloten aansluiting:

L/F: 2AA (+)-minpool accu

L/R: 2Z (+)-minpool accu

T/F: 2AD (+)-minpool accu

T/R: 2AC (+)-minpool accu

• Instelling oscilloscoop: 2 V/DIV (Y), 10 ms/DIV (X), DC-bereik

• Meetvoorwaarde: Stationair draaien na opwarmfase (geen belasting)

Stuursignaal inspuitventiel (FP2, RF2)

• Aangesloten aansluiting:

FP2: 3A (+)-minpool accu

RP2: 3D (+)-minpool accu

• Instelling oscilloscoop: 5 V/DIV (Y), 5 ms/DIV (X), DC-bereik

• Meetvoorwaarde: Stationair draaien na opwarmfase (geen belasting)

Stuursignaal motor extra luchtklep (+)

• Aangesloten aansluiting: 3G (+)-minpool accu

• Instelling oscilloscoop: 5 V/DIV (Y), 20 ms/DIV (X), DC-bereik

• Meetvoorwaarde: Motortoerental is 6.250 omw/min of hoger na de opwarmfase (ongeveer 2 s nadat de extra luchtklep openblijft)

Stuursignaal motor extra luchtklep (-)

• Aangesloten aansluiting: 3J (+)-minpool accu

• Instelling oscilloscoop: 5 V/DIV (Y), 20 ms/DIV (X), DC-bereik

• Meetvoorwaarde: Binnen 2 tot 20 s nadat het gaspedaal is losgelaten nadat de motor na de opwarmfase met een toerental van 6.250 omw/min of hoger draaide.

Gebruik van het WDS of een vergelijkbare tester

Aanwijzing

• Voor de volgende onderdelen zijn voor deze auto geen PID's beschikbaar. Ga naar de desbetreffende pagina met de controleprocedure.

- Hoofdrelais (Zie CONTROLE VAN RELAIS.)

1. Sluit het WDS of een vergelijkbare tester aan op diagnosestekker 2.

2. Zet het contact in stand ON.

3. Meet de PID-waarde.

• Als de verkregen waarde niet aan de specificaties voldoet, volg dan de aanwijzingen in de kolom 'Actie'.

Aanwijzing

• Met de functie "PID/DATABEWAKING EN OPNAME' worden de berekende waarden van de in- en uitgangssignalen van de PCM gecontroleerd. Dat betekent dat een defect aangestuurd onderdeel niet direct wordt aangegeven door een afwijkende waarde voor dat onderdeel. Als de berekende waarde voor een aangestuurd onderdeel afwijkt van de specificaties, moet de berekende waarde worden vergeleken met het ingangssignaal voor het desbetreffende aangestuurde onderdeel.

• Gebruik voor de ingaande/uitgaande signalen, behalve de opname-onderwerpen, een voltmeter om de spanning op de PCM-stekker te meten.

• De simulatieonderwerpen die worden gebruikt bij de CONTROLE WERKING MOTORREGELSYSTEEM zijn als volgt.

- ACCS, AIP RLY, ALTF, APV, ARPMDES, DEI, ETC_DSD, EVAPCP, FAN1, FAN2, FP, FPRR, FUELPW, GENVDSD, HTR11, HTR12, IASV, MOP POS, PACNTV, PREDELI, SSV, test

Tabel PID/DATABEWAKING (referentie)

Te controleren onderwerp	Eenheid/toestand		Conditie/specificatie (referentie)	Te controleren onderdelen	PCM-aansluiting
ACCS (aircorelais)	Aan/Uit		• Contact in stand ON: Uit • Aircoschakelaar en aanjagerschakelaar AAN bij stationair toerental: Aan	• De volgende PID's: - ACSW, ECT, IVS, PCM_T, RPM, TP, VSS • Aircorelais	5AA
ACSW (aircoschakelaar)	Aan/Uit		• Aircoschakelaar en aanjagerschakelaar AAN bij contact in stand ON: Aan • Aircoschakelaar UIT bij contact in stand ON: Uit	• Aircoschakelaar	4W
AIP RLY (Relais pomp secundaire luchtinjectie)	Aan/Uit		• Tijdens voorgeschreven periode na koude start: Aan • Stationair draaien na opwarmfase: Uit	• De volgende PID's: - CATT11_DSD, ECT, IAT • Relais pomp secundaire luchtinjectie	4O
ALTF (pulsverhouding veldwikkeling dynamo)	%		• Contact in stand ON: 0% • Net nadat airconditioning en aanjager zijn ingeschakeld bij stationair toerental: Pulsverhouding stijgt	• De volgende PID's: - ALTT V, B+, ECT, IAT, IVS, PCM_T, RPM, VSS	2I
ALTT V (laadspanning)	V		• Contact in stand ON: 0 V • Stationair draaien: ongeveer 14,9 V*1 (elektrische verbruikers uitgeschakeld)	Dynamo.	2T
APP (gaspedaalpositie)	%		• Gaspedaal vrij: 0% • Gaspedaal ingetrapt: 100%	• De volgende PID's: - APP1, APP2 • Gaspedaalsensor	-
APP1 (gaspedaalpositie)	%		• Gaspedaal vrij: 31,1-33,1% • Gaspedaal ingetrapt: 75,6-78,6%	Gaspedaalsensor	5F
	V		• Gaspedaal vrij: 1,555-1,655 V • Gaspedaal vrij: 3,78-3,93 V
APP2 (gaspedaalpositie)	%		• Gaspedaal vrij: 20,1-22,1% • Gaspedaal ingetrapt: 64,6-67,6%	Gaspedaalsensor	5C
	V		• Gaspedaal vrij: 1,005-1,105 V • Gaspedaal vrij: 3,23-3,38 V
APV (motor extra luchtklep)	Opent/sluit		• Hoog motortoerental na opwarmfase: Opent • Uitgezonderd bovenstaande toestand: Sluit	• De volgende PID's: - APV_POS, BARO, ECT, IAT, MAF, RPM, TP • Motor extra luchtklep	3G, 3J
APV_POS (positiesensor extra luchtklep)	V		• Hoog motortoerental na opwarmfase: 1,5 V of minder • Uitgezonderd bovenstaande toestand: 1,5 V of meer	• Positiesensor extra luchtklep	3B
ARPMDES (streeftoerental)	Omw/min		MT • Geen belasting na opwarmfase: 750-850 omw/min AT • Geen belasting na opwarmfase: 760-860 omw/min	• De volgende PID's: - ACCS, ALTT V, B+, COLP, ECT, IAT, MAF, RPM, TP	-
B+ (Accuspanning)	V		• Contact in stand ON: B+	• Accu	5J
BARO (buitenluchtdruk)	kPa, bar, psi		• Contact in stand ON: Geeft de atmosferische druk aan	• Luchtdruksensor	5S
	V		• Contact in stand ON - Hoogte 0 m {0 ft}: 3,8-4,2 V*4 - Hoogte 305 m {1.000 ft}: 3,6-4,0 V*4 - Hoogte 610 m {2.000 ft}: 3,5-3,9 V*4 - Hoogte 914 m {3.000 ft}: 3,4-3,7 V*4 - Hoogte 1.219 m {4.000 ft}: 3,2-3,6 V*4 - Hoogte 1.542 m {5.000 ft}: 3,1-3,5 V*4 - Hoogte 1.829 m {6.000 ft}: 3,0-3,4 V*4 - Hoogte 2.134 m {7.000 ft}: 2,9-3,3 V*4
BOO (Remlichtschakelaar)	Aan/Uit		• Rempedaal ingetrapt: Aan • Rempedaal vrij: Uit	• Remlichtschakelaar	4P
CATT11_DSD (Geschatte temperatuur katalysator)	°C	°F	• Stationair draaien na opwarmfase: ongeveer 531°C {988°F})	• De volgende PID's: - ECT, IAT, LOAD, RPM	-
CHRGLP (laadstroomcontrolelampje)	Aan/Uit		• Contact in stand ON: Aan • Stationair draaien: Uit	• Laadstroomcontrolelampje	-
COLP (Drukschakelaar koudemiddel (gemiddelde druk))	Aan/Uit		• Drukschakelaar koudemiddel (gemiddelde druk) AAN *2 bij stationair toerental: Aan • Drukschakelaar koudemiddel (gemiddelde druk) UIT*3 bij stationair toerental: Uit	• Drukschakelaar koudemiddel	4Z
CPP (Stand koppelingspedaal)	Aan/Uit		• Koppelingspedaal ingetrapt: Aan • Koppelingspedaal vrij: Uit	• Schakelaar stand koppelingspedaal	4F
CPP/PNP (stand versnellingspook/selectiehendel)	Rijden/Neutraal		• Vrijstand: Neutraal • Uitgezonderd bovenstaande toestand: Rijden	• Neutraalstandschakelaar	2O
DEI (magneetklep variabel luchtinlaatsysteem)	Aan/Uit		• Stationair draaien: Uit • Hoog motortoerental na opwarmfase: Aan	• De volgende PID - RPM • Magneetklep variabel luchtinlaatsysteem	1W
DTC_CNT (aantal gesignaleerde storingscodes)	-		-	-	-
ECT (koelvloeistoftemperatuur)	°C	°F	• Contact in stand ON: Geeft de koelvloeistoftemperatuur aan	• Thermosensor koelvloeistof	2K
	V		• Koelvloeistoftemperatuur 20°C {68°F}: ongeveer 3,1 V • Koelvloeistoftemperatuur 80°C {176°F}: ongeveer 0,9 V
ECT_DES (geschatte koelvloeistoftemperatuur)	°C	°F	• Contact in stand ON: Geeft de geschatte koelvloeistoftemperatuur aan	• De volgende PID's: - ECT, IAT, LOAD, MAF, VSS	-
EQ_RAT11 (Voorste lambdasensor)	-		• Stationair draaien na opwarmfase: ongeveer 1	• Voorste lambdasensor	2B, 2C
ETC_ACT (actuele stand elektronisch gaspedaal)	°		• Gesloten smoorklep: ongeveer 6,3° • Smoorklep volledig geopend: ongeveer 83°	• De volgende PID's: - TP1, TP2	-
ETC_DSD (gewenste stand elektronisch gaspedaal)	°		• Gesloten smoorklep: ongeveer 6,3° • Smoorklep volledig geopend: ongeveer 83°	• De volgende PID's: - APP, ECT_DES	-
	%		• Gesloten smoorklep: ongeveer 7% • Smoorklep volledig geopend: ongeveer 100%
EVAPCP (pulsverhouding magneetklep dampafvoer)	%		• Contact in stand ON: 0% • Verhoog het motortoerental: pulsverhouding stijgt	• De volgende PID's: - BARO, ECT, FUELSYS, IAT, LOAD, MAF, RPM • Magneetklep dampafvoer	2P
FAN1 (Aansturing koelventilator)	Aan/Uit		• De koelventilator is ingeschakeld: Aan • Uitgezonderd bovenstaande toestand: Uit	• De volgende PID's: - ACSW, COLP, ECT, IAT, PCM_T • Relais koelventilator nr. 1	5X
FAN2 (Aansturing koelventilator)	Aan/Uit		• De koelventilator werkt met hoge snelheid: Aan • Uitgezonderd bovenstaande toestand: Uit	• De volgende PID's: - ACSW, COLP, ECT, IAT, PCM_T • Relais koelventilator nr. 2	5AD
FDPDTC (Freeze-frame gegevens opgeslagen door tijdelijke storingscode)	-		-	-	-
FP (brandstofpomprelais)	Aan/Uit		• Contact in stand ON: Uit • Stationair draaien: Aan • Tijdens het starten: Aan	• De volgende PID - RPM • Brandstofpomprelais	5P*5 5L*6
FPRR (relais snelheidsregeling brandstofpomp)	Aan/Uit		• Contact in stand ON: Uit • Stationair draaien: Uit • Tijdens het starten: Aan	• De volgende PID's: - B+, BARO, ECT, IAT, MAF, O2S11, O2S12, RPM, TP • Relais snelheidsregeling brandstofpomp	4M
FUELPW (inspuitduur)	ms		• Starten (vóór opwarmfase [Koelvloeistoftemperatuur: 20°C {68°F}]: ongeveer 48 ms • Starten na opwarmfase: ongeveer 9,6 ms • Stationair draaien na opwarmfase: 2,9-3,5 ms	• De volgende PID's: - ACSW, APP, B+, BARO, ECT, IAT, KNOCKR, MAF, O2S11, O2S12, RPM, TP, VSS • Inspuitventiel	2J, 2M
FUELSYS (Status brandstofsysteem)	OL/CL/ OL Drive/ OL Fault/ CL Fault		• Stationair draaien na opwarmfase: CL	• De volgende PID's - ACSW, APP, B+, BARO, ECT, IAT, KNOCKR, MAF, O2S11, O2S12, RPM, TP, VSS	-
GENVDSD (Gewenste dynamospanning)	V		• Contact in stand ON: 0 V • Stationair draaien: ongeveer 14,9 V*1 (elektrische verbruikers uitgeschakeld)	• De volgende PID's - ACSW, ALTT V, B+, BOO, ECT, IAT, PCM_T, RPM, VSS	-
HTR11 (Verwarming voorste lambdasensor)	Aan/Uit		• Stationair draaien na opwarmfase: Aan	• De volgende PID's - B+, ECT, IAT, LOAD, MAF • Verwarming voorste lambdasensor	1V
HTR12 (Verwarming achterste lambdasensor)	Aan/Uit		• Stationair draaien na opwarmfase: Aan	• De volgende PID's - B+, ECT, IAT, LOAD, MAF • Verwarming achterste lambdasensor	2A
IAC (luchtregeling stationair toerental)	%		• Contact in stand ON: ongeveer 26% • Stationair draaien na opwarmfase: ongeveer 21%	• De volgende PID's - ACSW, ALTT V, APP, ARPMDES, COLP, ECT, EVAPCP, RPM, VSS • Smoorklepservo	1B, 1C
IASV (Magneetklep variabele luchtregeling)	Aan/Uit		• Hoog motortoerental: Aan • Stationair draaien: Uit	• De volgende PID - RPM • Magneetklep variabele luchtregeling	5Z
IAT (inlaatluchttemperatuur)	°C	°F	• Contact in stand ON: Geeft de inlaatluchttemperatuur aan	• Thermosensor inlaatlucht	5K
	V		• Inlaatluchttemperatuur 20°C {68°F}: ongeveer 2,4 V • Inlaatluchttemperatuur 40°C {104°F}: ongeveer 1,5 V
INGEAR (In versnelling)	Aan/Uit		MT • Wanneer aan de volgende voorwaarden wordt voldaan: Aan - Motor draait - Niet neutraal - Koppelingspedaal vrij • Uitgezonderd bovenstaande toestand: Uit AT • Wanneer aan de volgende voorwaarden wordt voldaan: Aan - Motor draait - Rijstand • Uitgezonderd bovenstaande toestand: Uit	• De volgende PID's - CPP, CPP/PNP, RPM	-
IVS (toestand smoorklepschakelaar)	Stationair toerental/ Geen stationair toerental		• Gesloten smoorklep: stationair toerental • Uitgezonderd bovenstaande toestand: geen stationair toerental	• De volgende PID - APP	-
KNOCKR (pingelcorrectie)	°		• Contact in stand ON: 0° • Stationair draaien: 0°	• KS	1T
LOAD (motorbelasting)	%		MT • Stationair draaien: 18,0-25,0% • Motortoerental 2.500 omw/min (geen belasting): 13,5-19,5% AT • Stationair draaien: 20,0-28,0% • Motortoerental 2.500 omw/min (geen belasting): 15,0-21,0%	• De volgende PID's - BARO, IAT, MAF, RPM	-
LONGFT1 (permanente mengselcorrectie)	%		• Stationair draaien na opwarmfase: ongeveer -12,5-12,5%	• De volgende PID's - ECT, LOAD, MAF, RPM, SHRTFT	-
MAF (luchtmassa)	g/s		MT • Stationair draaien na opwarmfase: 3,8-4,7 g/s • Motortoerental 2.500 omw/min (geen belasting): 8,7-11,7 g/s AT • Stationair draaien na opwarmfase: 4,4-5,3 g/s • Motortoerental 2.500 omw/min (geen belasting): 9,5-12,5 g/s	• MAF-sensor	5N
	V		MT • Stationair draaien na opwarmfase: 1,16-1,23 V • Motortoerental 2.500 omw/min (geen belasting): 1,49-1,64 V AT • Stationair draaien na opwarmfase: 1,21-1,29 V • Motortoerental 2.500 omw/min (geen belasting): 1,54-1,67 V
MIL (storingsindicatielampje)	Aan/Uit		• Contact in stand ON: Aan • Stationair draaien: Uit	• MIL	-
MIL_DIS (afgelegde afstand sinds storingsindicatielampje ging branden)	Geeft de afstand aan die is afgelegd sinds het storingsindicatielampje ging branden
MOP_POS (oliedoseerpomp)	-		• Tijdens initialisatie: waarde neemt toe	• De volgende PID's - BARO, ECT, IAT, MOP_SW, RPM • Oliedoseerpomp	2V, 2W, 2Y, 2AB
MOP_SW (schakelaar oliedoseerpomp)	Aan/Uit		• Tijdens initialisatie: Aan	• Schakelaar oliedoseerpomp	2N
O2S11 (Voorste lambdasensor)	mA		• Stationair draaien na opwarmfase: ongeveer 0 mA	• Voorste lambdasensor	2B
O2S12 (Achterste lambdasensor)	V		• Stationair draaien na opwarmfase: 0,1-0,9 V	• Achterste lambdasensor	2Q
PSCNTV (regeling magneetklep secundaire luchtinjectie)	Aan/Uit		• Pomp secundaire luchtinjectie ingeschakeld: Aan • Pomp secundaire luchtinjectie uitgeschakeld: Uit	• De volgende PID's - CATT11_DSD, ECT, IAT • Magneetklep secundaire luchtinjectie	1O
PCM_T (thermosensor PCM)	V		• Contact in stand ON: Geeft de uitgangsspanning van de thermosensor PCM aan	• PCM	-
RO2FT1 (Mengselcorrectie achterste lambdasensor)	-		• Stationair draaien na opwarmfase: ongeveer -0,03-0,03	• De volgende PID - O2S12	-
RPM (motortoerental)	RPM		• Motor draait: Geeft het motortoerental aan	• Positiesensor excentrische as	-
PREDELI (controle vóór aflevering)	Aan/Uit		• Deze PID is voor de controle vóór aflevering.
SC_SET (Controlelampje CRUISE)	Aan/Uit		• Controlelampje CRUISE AAN: Aan • Controlelampje CRUISE UIT: Uit	• Controlelampje CRUISE	-
SCCS (Cruise control-schakelaar)	V		• ON/OFF ingedrukt: ongeveer 0 V • CANCEL ingedrukt: ongeveer 0,25 V • SET/COAST ingedrukt: ongeveer 1,18 V • RES/ACCEL ingedrukt: ongeveer 2,50 V • Anders: Ongeveer 5,0 V	• Cruise control-schakelaar	5V
SELTESTDTC (storingscodes)	Geeft het aantal storingscodes aan dat tijdens de KOEO/KOER zelftest werd geregistreerd
SHRTFT1 (Tijdelijke mengselcorrectie (voor))	%		• Stationair draaien na opwarmfase: -4-4%	• De volgende PID's - ACSW, APP, B+, BARO, ECT, IAT, KNOCKR, LOAD, MAF, O2S11, O2S12, RPM, TP, VSS	-
SHRTFT12 (Tijdelijke mengselcorrectie (achter))	%		• Stationair draaien na opwarmfase: ongeveer 99%	• De volgende PID's - ACSW, APP, B+, BARO, ECT, IAT, KNOCKR, LOAD, MAF, O2S11, O2S12, RPM, TP, VSS	-
SPARK-L (ontstekingstijdstip)	° (vóór BDP)		• Contact in stand ON: 0° vóór BDP • Stationair draaien na opwarmfase: ongeveer 5- vóór BDP	• De volgende PID's - ACSW, APP, ECT, IAT, IVS, KNOCKR, LOAD, MAF, RPM, TP, VSS • Bobine (L/F)	2AA
SPARK-T (ontstekingstijdstip)	° (vóór BDP)		• Contact in stand ON: 20° vóór BDP • Stationair draaien na opwarmfase: ongeveer 23- vóór BDP	• De volgende PID's - ACSW, APP, ECT, IAT, IVS, KNOCKR, LOAD, MAF, RPM, TP, VSS • Bobine (T/F)	2AD
SSV (afsluitklep secundaire luchtinjectie)	Aan/Uit		• Hoog motortoerental en zware belasting na opwarmfase: Aan • Stationair draaien: Uit	• De volgende PID's - BARO, ECT, IAT, MAF, RPM, TP • Afsluitklep secundaire luchtinjectie	1L
test	Aan/Uit		• Teststand: Aan • Uitgezonderd bovenstaande toestand: Uit	-	-
TIRESIZE (wielomwentelingen per mijl)	omw/mijl		• Geeft het aantal wielomwentelingen per mijl aan
TP (stand smoorklep)	V		• Gesloten smoorklep: ongeveer 0,8 V • Smoorklep volledig geopend: ongeveer 3,92 V	• De volgende PID's - TP1, TP2	-
TP_REL (relatieve smoorklephoek)	%		• Gesloten smoorklep: ongeveer 7% • Smoorklep volledig geopend: ongeveer 100%	• De volgende PID's - TP, TP1, TP2	-
TP1 (smoorklepsensor 1)	%		• Gesloten smoorklep: 8,0-16,0% • Smoorklep volledig geopend: 76,5-81,9%	• Smoorklepsensor nr. 1	1J
	V		• Gesloten smoorklep: 0,40-0,80 V • Smoorklep volledig geopend: 3,825-4,095 V
TP2 (smoorklepsensor 2)	%		• Gesloten smoorklep: 23,6-35,6% • Smoorklep volledig geopend: 80,66-86,06%	• Smoorklepsensor nr. 2	1M
	V		• Gesloten smoorklep: 1,18-1,78 V • Smoorklep volledig geopend: 4,033-4,303 V
TPCT (spanning smoorklepsensor bij gesloten smoorklep)	V		• Contact in stand ON (gesloten smoorklep): 0,01 V	• TP-sensor	1J, 1M
VSS (rijsnelheid)	km/h	MPH	• Auto rijdt: geeft de rijsnelheid aan	• ABS-module • DSC-Module	-

*¹ :

Berekende waarde; verschilt met spanning op aansluiting

*² :

De drukschakelaar koudemiddel (gemiddelde druk) gaat uit als de druk van het koudemiddel 1,11 MPa {11,3 kg/cm², 161 psi} of minder is

*³ :

De drukschakelaar koudemiddel (gemiddelde druk) gaat uit als de druk van het koudemiddel 1,60 MPa {16,3 kg/cm², 232 psi} of meer is

*⁴ :

De spanning kan verschillen afhankelijk van de weersomstandigheden en de toestand van de accu.

^*5 :

Met startblokkering

^*6 :

Zonder startblokkering