VERWIJDEREN/PLAATSEN HOOFDREMCILINDER


BHE041143400W01

1. Verwijder bij auto's met rechtse besturing de bevestigingsbouten en de moer van de luchtpomp en maak ruimte door de pomp en de steun naar de voorzijde van de auto te verplaatsen. (Zie VERWIJDEREN/PLAATSEN POMP SECUNDAIRE LUCHTINJECTIE.)

2. Verwijder de onderdelen in de aangegeven volgorde, zie de tabel.

3. Plaats de onderdelen in omgekeerde volgorde.

1
Stekker remvloeistofniveausensor
2
Slang (MT)
3
Remleiding
4
Moer
5
Hoofdremcilinder
6
Reservoir
7
Voorste afdichting

Aanwijzing voor plaatsen - hoofdremcilinder

Opmerking
• Als de hoofdremcilinder onder een hoek gemonteerd wordt, kan de zuiger van de hoofdremcilinder tegen de drukstift van de rembekrachtiger aankomen, waardoor het ontluchten moeilijk gaat, de remmen kunnen gaan aanlopen of andere problemen kunnen ontstaan. Plaats de hoofdremcilinder daarom loodrecht op de rembekrachtiger.

1. Plaats SST op de rembekrachtiger zoals aangegeven en draai de moeren met het voorgeschreven aanhaalmoment vast.

Aanhaalmoment
11,8-14,6 Nm {121-148 kgcm, 105-129 in·lbf}

2. Zet een onderdruk van 66,7 kPa {500 mmHg, 19,7 inHg} op de rembekrachtiger met een vacuümpomp.

Aanwijzing
• Gebruik een universele vacuümmeter.

3. Meet met een schuifmaat de afstand L zoals in de afbeelding is aangegeven.

Standaardafmeting L
22,9-23,2 mm {0,902-0,913 in}

4. Als de afmeting L niet aan de specificatie voldoet, verwijder dan SST (49 E043 001) en gebruik SST (49 B043 004) om de lengte van de drukstift af te stellen waarbij SST (E043 003A) gebruikt moet worden om te voorkomen dat de drukstift mee gaat draaien.

5. Verwijder de SST's en meet afmeting L nogmaals.

6. Plaats de voorste afdichting op de rembekrachtiger.

7. Plaats de hoofdremcilinder op de rembekrachtiger.

Opmerking
• Als na het plaatsen van de hoofdremcilinder de remleidingen niet goed ontlucht kunnen worden, de remmen slepen of andere problemen optreden, kan het zijn dat de hoofdremcilinder niet goed gemonteerd is, waardoor de drukstift van de rembekrachtiger tegen de zuiger aankomt en de zuigers niet goed kunnen bewegen. Verwijder de hoofdremcilinder in dat geval en plaats hem opnieuw op de juiste wijze.
• Controleer voor het plaatsen van de hoofdremcilinder of de lip van de voorste afdichting niet uitsteekt. Als dat wel het geval is, ontstaat er een vacuümlek en een verlies van remkracht.