1. Verwijder bij auto's met rechtse besturing de bevestigingsbouten en de moer van de luchtpomp en maak ruimte door de pomp en de steun naar de voorzijde van de auto te verplaatsen. (Zie VERWIJDEREN/PLAATSEN POMP SECUNDAIRE LUCHTINJECTIE.)
2. Verwijder de onderdelen in de aangegeven volgorde, zie de tabel.
3. Plaats de onderdelen in omgekeerde volgorde.
1
|
Stekker remvloeistofniveausensor
|
2
|
Slang (MT)
|
3
|
Remleiding
|
4
|
Moer
|
5
|
Hoofdremcilinder
|
6
|
Reservoir
|
7
|
Voorste afdichting
|
1. Plaats SST op de rembekrachtiger zoals aangegeven en draai de moeren met het voorgeschreven aanhaalmoment vast.
2. Zet een onderdruk van 66,7 kPa {500 mmHg, 19,7 inHg} op de rembekrachtiger met een vacuümpomp.
3. Meet met een schuifmaat de afstand L zoals in de afbeelding is aangegeven.
4. Als de afmeting L niet aan de specificatie voldoet, verwijder dan SST (49 E043 001) en gebruik SST (49 B043 004) om de lengte van de drukstift af te stellen waarbij SST (E043 003A) gebruikt moet worden om te voorkomen dat de drukstift mee gaat draaien.
5. Verwijder de SST's en meet afmeting L nogmaals.
6. Plaats de voorste afdichting op de rembekrachtiger.
7. Plaats de hoofdremcilinder op de rembekrachtiger.