CONTROLE TRANSMISSIESTANDSCHAKELAAR


BHE051319200W01

Controle van werking

1. Controleer of de startmotor alleen werkt als het contact in stand START wordt gezet en de selectiehendel in stand P of N staat.

• Stel de transmissiestandschakelaar af als er een defect is. (Zie AFSTELLEN TRANSMISSIESTANDSCHAKELAAR.)

2. Controleer of het achteruitrijlicht gaat branden als het contact in stand ON staat en de selectiehendel in stand R wordt gezet.

• Stel de transmissiestandschakelaar af als er een defect is. (Zie AFSTELLEN TRANSMISSIESTANDSCHAKELAAR.)

3. Controleer of de standen van de selectiehendel en de selectiestandindicator met elkaar overeenkomen.

• Stel de transmissiestandschakelaar af als er een defect is. (Zie AFSTELLEN TRANSMISSIESTANDSCHAKELAAR.)

Controle van doorverbinding

Opmerking
• Water of vuil in de stekker kan slecht contact of corrosie veroorzaken. Zorg ervoor dat er geen water of vuil in de stekker komt als deze losgenomen wordt.

1. Verwijder de afdekkap van de motor. (Zie VERWIJDEREN/PLAATSEN AFDEKKAP MOTOR.)

2. Verwijder de accukap.

3. Neem de minkabel van de accu los.

4. Verwijder de katalysator.

(Zie VERWIJDEREN/PLAATSEN UITLAATSYSTEEM.)

5. Verwijder de isolatie.

6. Neem de stekker van de transmissiestandschakelaar los.

7. Controleer de doorverbinding zoals aangegeven in de tabel.

• Stel de transmissiestandschakelaar af als er een defect is. (Zie AFSTELLEN TRANSMISSIESTANDSCHAKELAAR.)

8. Controleer opnieuw de doorverbinding van de schakelaar.

• Vervang de transmissiestandschakelaar als er een defect is. (Zie VERWIJDEREN/PLAATSEN TRANSMISSIESTANDSCHAKELAAR.)

9. Sluit de stekker van de transmissiestandschakelaar aan.

10. Plaats de isolatie.

Aanhaalmoment
8-11 Nm {82-112 kgcm, 72-97 in·lbf}

11. Plaats de katalysator.

(Zie VERWIJDEREN/PLAATSEN UITLAATSYSTEEM.)

12. Sluit de minkabel van de accu aan.

13. Plaats de accukap.

14. Plaats de afdekkap van de motor. (Zie VERWIJDEREN/PLAATSEN AFDEKKAP MOTOR.)