1. Verwijder de onderdelen in de aangegeven volgorde, zie de tabel.
2. Plaats de onderdelen in omgekeerde volgorde.
1
|
Spoorstangeind
|
2
|
Clip
|
3
|
Hoes spoorstangkogel
|
4
|
Borgmoer
|
5
|
Hoesklem
|
6
|
Hoesklem
|
7
|
Stofhoes
|
8
|
Bevestigingsrubber
|
9
|
Stuurhuis en spoorstangen
|
1. Breng voor een juiste plaatsing markeringen aan zoals aangegeven in de afbeelding.
2. Verwijder het spoorstangeind.
1. Druk de bevestigingsbus met SST's en een pers uit het stuurhuis.
1. Breng zeepsop aan op het rubber gedeelte van het bevestigingsbus.
2. Pers de bevestigingsbus met SST's en een pers in het stuurhuis tot het uiteinde er aan de andere kant weer volledig uit komt.
3. Keer het stuurhuis om en pers op het bevestigingsrubber tot het uiteinde ervan er aan de andere zijde volledig uit komt. Controleer of op dat moment het bevestigingsrubber en de stalen pijp goed zijn uitgelijnd.
1. Span de hoesklem met SST.
2. Controleer of afstand A aan de specificatie voldoet.
3. Draai de hoes met de hand en controleer of hij goed vastzit aan de hoesklem.
1. Verwijder het oude vet van de kogel.
2. Vul de nieuwe hoes met vet.
3. Plaats de stofhoes op de fuseekogel.
4. Plaats de clip met SST.
5. Controleer of de clip goed in de groef ligt.
6. Veeg het overtollige vet weg.