VERWIJDEREN/PLAATSEN AIRBAG PASSAGIERSZIJDE


BHE081057050W01

Waarschuwing
• Een onjuiste behandeling van de airbag kan ertoe leiden dat de airbag ongewild wordt geactiveerd, waardoor ernstig letsel kan ontstaan. Lees de VOORZORGSMAATREGELEN BIJ SERVICE alvorens werkzaamheden aan de onderdelen van het airbagsysteem uit te voeren. (Zie VOORZORGSMAATREGELEN BIJ SERVICE.) (Zie OPMERKINGEN VOOR SERVICEWERKZAAMHEDEN.)
• Omdat de activering van de airbag aan passagierszijde in 2 fasen plaatsvindt, kan het voorkomen dat de gasgenerator nr. 2 niet in werking is getreden. In dergelijke gevallen moet, voordat de airbag wordt afgevoerd, de activeringsprocedure worden uitgevoerd en moet worden gecontroleerd of de gasgeneratoren nr. 1 en 2 geactiveerd zijn.

1. Zet het contact in stand LOCK.

2. Neem de minkabel van de accu los en wacht minstens 1 minuut.

3. Verwijder het dashboardkastje. (Zie VERWIJDEREN/PLAATSEN DASHBOARDKASTJE.)

4. Verwijder de onderdelen in de aangegeven volgorde, zie de tabel.

1
Bout
2
Stekker
3
Airbag passagierszijde

5. Plaats de onderdelen in omgekeerde volgorde.

6. Zet het contact in stand ON.

7. Controleer of het waarschuwingslampje airbagsysteem gedurende ongeveer 6 seconden gaat branden en vervolgens uit gaat.

• Raadpleeg het zelfdiagnosesysteem en voer een systeemcontrole uit als het waarschuwingslampje airbagsysteem niet juist werkt.