Diagnoseprocedure
STAP
|
CONTROLE
|
ACTIE
|
|
---|---|---|---|
1
|
CONTROLEER OF FREEZE-FRAME GEGEVENS ZIJN OPGESLAGEN
• Zijn er FREEZE-FRAME GEGEVENS opgeslagen?
|
Ja
|
Ga naar de volgende stap.
|
Nee
|
Sla de FREEZE-FRAME GEGEVENS op de werkorder op en ga naar de volgende stap.
|
||
2
|
CONTROLEER OF ER GERELATEERDE REPARATIE-INFORMATIE BESCHIKBAAR IS
• Controleer of er verwante onderhoudsinformatie beschikbaar is.
• Is er service-informatie over dit onderwerp?
|
Ja
|
Voer de reparatie of het storingzoeken uit overeenkomstig de desbetreffende service-informatie.
• Ga naar de volgende stap als de storing nog niet verholpen is.
|
Nee
|
Ga naar de volgende stap.
|
||
3
|
CONTROLEER STATUS INGANGSSIGNAAL VOEDING: TREEDT HET PROBLEEM AF EN TOE OF PERMANENT OP?
• Sluit het WDS of een vergelijkbare tester aan op diagnosestekker 2.
• Start de motor.
• Selecteer de PID's TP en MAF.
• Lees de PID MAF uit als de PID TP meer dan 50 % is.
• Is de PID MAF minder dan 5 g/s {0,66 lb/min}?
|
Ja
|
Controleer of de PID TP vloeiend verandert als de smoorklep geleidelijk opent.
• Ga naar stap 5 als dit het geval is.
• Vervang de smoorklep als dit niet het geval is en ga dan naar stap 5.
|
Nee
|
Ga naar de volgende stap.
|
||
4
|
CONTROLEER STATUS INGANGSSIGNAAL VOEDING: TREEDT HET PROBLEEM AF EN TOE OF PERMANENT OP?
• Sluit het WDS of een vergelijkbare tester aan op diagnosestekker 2.
• Start de motor.
• Selecteer de PID's ECT, RPM en MAF.
• Warm de motor op tot de PID ECT hoger dan 70°C {158°F} is.
• Lees de PID MAF uit als de PID RPM minder dan 2.000 omw/min is.
• Is de afleeswaarde van PID MAF meer dan 130 g/s {17,20 lb/min} (MT) of meer dan 110 g/s {14,55 lb/min} (AT)?
|
Ja
|
Ga naar stap 6.
|
Nee
|
Af en toe optredende storing.
Ga naar "STORINGZOEKEN BIJ AF EN TOE OPTREDENDE STORINGEN".
|
||
5
|
CONTROLEER OF STORINGZOEKPROCEDURE VOOR STORINGSCODE P0101 IS VOLTOOID
• Controleer of alle losgenomen stekkers weer aangesloten zijn.
• Wis de storingscodes uit het PCM-geheugen met behulp van het WDS of een vergelijkbare tester.
• Start de motor.
• Selecteer de PID TP.
• Rijd de auto gedurende ten minste 5 s als de PID TP meer dan 50% is.
• Is er een TIJDELIJKE STORINGSCODE van dezelfde storingscode aanwezig?
|
Ja
|
Vervang de PCM en ga dan naar stap 9.
(Zie VERWIJDEREN/PLAATSEN PCM.)
|
Nee
|
Ga naar stap 9.
|
||
6
|
CONTROLEER MAF-SENSOR
• Controleer de luchtmassasensor.
(Zie CONTROLE MAF-SENSOR.)
• Is er een storing?
|
Ja
|
Vervang de luchtmassasensor/thermosensor inlaatlucht en ga dan naar stap 8.
|
Nee
|
Ga naar de volgende stap.
|
||
7
|
CONTROLEER POSITIESENSOR EXCENTRISCHE AS
• Controleer de positiesensor van de excentrische as.
• Is er een storing?
|
Ja
|
Vervang de positiesensor van de excentrische as en ga naar de volgende stap.
|
Nee
|
Ga naar de volgende stap.
|
||
8
|
CONTROLEER OF STORINGZOEKPROCEDURE VOOR STORINGSCODE P0101 IS VOLTOOID
• Controleer of alle losgenomen stekkers weer aangesloten zijn.
• Wis de storingscodes uit het PCM-geheugen met behulp van het WDS of een vergelijkbare tester.
• Start de motor.
• Selecteer de PID's ECT en RPM.
• Warm de motor op tot de PID ECT hoger dan 70°C {158°F} is.
• Rijd de auto gedurende ten minste 5 s als de PID RPM meer dan 2.000 omw/min is.
• Is er een TIJDELIJKE STORINGSCODE van dezelfde storingscode aanwezig?
|
Ja
|
Vervang de PCM en ga naar de volgende stap.
(Zie VERWIJDEREN/PLAATSEN PCM.)
|
Nee
|
Ga naar de volgende stap.
|
||
9
|
PROCEDURE CONTROLE NA REPARATIE
• Voer de 'PROCEDURE NA REPARATIE' uit.
(Zie PROCEDURE NA REPARATIE)
• Zijn er storingscodes aanwezig?
|
Ja
|
Ga naar de desbetreffende controleprocedure.
(Zie STORINGSCODETABEL.)
|
Nee
|
Het storingzoeken is voltooid.
|