NR. 26: UITLAATGAS RUIKT NAAR ZWAVEL


BHE010300103W28

26

UITLAATGAS RUIKT NAAR ZWAVEL

BESCHRIJVING

Geur van rotte eieren uit de uitlaat

MOGELIJKE OORZAAK

• Stekkerverbindingen los of slecht contact
• Koolstoffilter defect
• Vacuümleidingen los of slecht contact
• Onjuiste brandstofdruk
• Slechte kwaliteit brandstof
Waarschuwing

In het storingzoekschema zijn controle- en reparatieprocedures aangegeven voor het brandstofsysteem. Lees de volgende waarschuwingen alvorens werkzaamheden aan het brandstofsysteem uit te voeren:

• Brandstofdamp is gevaarlijk. Het ontbrandt gemakkelijk, waardoor ernstig letsel kan ontstaan. Houd vonken en open vuur altijd ver verwijderd van brandstof.
• Morsen en lekken van brandstof is gevaarlijk. De brandstof kan ontbranden waardoor ernstige verwondingen en schade kunnen ontstaan. Brandstof kan tevens huid en ogen irriteren. Voer om dit te voorkomen altijd eerst 'PROCEDURE VÓÓR REPARATIE" en "PROCEDURE NA REPARATIE" uit zoals beschreven in dit handboek.
(Zie PROCEDURE VOOR REPARATIE.)
(Zie PROCEDURE NA REPARATIE.)
Opmerking
• Het losnemen/aansluiten van de snelkoppeling zonder deze te reinigen, kan schade veroorzaken aan de brandstofleiding en snelkoppeling. Reinig daarom altijd de snelkoppeling en omgeving voor het losnemen/aansluiten, overtuig u ervan dat er geen vuil meer aanwezig is.

Diagnoseprocedure

STAP

CONTROLE

RESULTATEN

ACTIE

1
Zijn er problemen met betrekking tot de rijeigenschappen of is er rook aanwezig?
Ja
Ga naar het desbetreffende schema.
Nee
Ga naar de volgende stap.
2
Controleer het volgende:
• Elektrische aansluitingen
• Vacuümleidingen
• Brandstofkwaliteit
Zijn alle punten in orde?
Ja
Ga naar de volgende stap.
Nee
Repareer waar nodig.
Herhaal stap 2.
3
Sluit het WDS of een vergelijkbare tester aan op diagnosestekker 2.
Vraag storingscodes continugeheugen, KOEO en KOER op.
Worden er storingscodes weergegeven?
Ja

Er wordt een storingscode weergegeven:

Ga naar de desbetreffende controleprocedure.
Nee

Geen storingscode aangegeven:

Ga naar de volgende stap.
4
Plaats de brandstofdrukmeter op de snelkoppeling van de brandstofleiding.
Start de motor en laat deze stationair draaien.
Is de druk in de brandstofleiding bij stationair toerental correct?
Ja
Ga naar de volgende stap.
Nee

0 of te laag:

Controleer de brandstofleidingen op verstopping.
Vervang de brandstofpomp als dit in orde is.

Hoog:

Vervang de brandstofpomp.
5
Controleer of het koolstoffilter met brandstof is verzadigd.
Is er een teveel in de vorm van vloeibare brandstof aanwezig in het filter?
Ja
Vervang het koolstoffilter.
Nee
Controleer het ontluchtingssysteem van de brandstoftank.
Als het ontluchtingssysteem van het brandstoftank in orde is, kunt u voorstellen een ander brandstofmerk te proberen, omdat het zwavelgehalte in de verschillende merken brandstoffen verschillend is.
Als het ontluchtingssysteem van de brandstoftank niet in orde is, repareer of vervang dan de defecte onderdelen.
6
Controleer de testresultaten.
• Als alles in orde is, ga dan terug naar de storingzoektabel om de overige problemen op te lossen.
• Raadpleeg de desbetreffende service-informatie en repareer of stel diagnose als het probleem blijft bestaan.