MOTORAFSTELLINGEN
BHE011002000W06
Voorbereiding motorafstelling
1. Controleer het volgende:
-
• MT: Versnellingspook staat in neutraalstand.
-
• AT: Selectiehendel staat in stand P of N.
2. Schakel alle elektrische verbruikers (airco) uit.
3. Laat de motor op bedrijfstemperatuur komen.
-
(1) Verhoog het motortoerental tot 2.500-3.000 omw/min totdat de koelventilatoren in werking treden.
-
(2) Laat het gaspedaal los als de koelventilatoren in werking treden en wacht tot ze weer stoppen.
4. Sluit het WDS of een vergelijkbare tester aan op diagnosestekker 2.
5. Controleer met het WDS of een vergelijkbare tester of het stationair toerental (WDS: PID RPM) binnen de specificatie valt.
-
Standaard
-
MT: 750-850 omw/min
-
AT: 760-860 omw/min
Controle ontstekingstijdstip
-
Aanwijzing
-
• Het ontstekingstijdstip kan niet worden afgesteld.
-
• Om het ontstekingstijdstip te controleren, is WDS of een vergelijkbare tester nodig.
1. Voltooi de voorbereiding van de motorafstelling. (Zie Voorbereiding motorafstelling.)
2. Sluit de afstellamp aan op het voorste rotorhuis aan de primaire zijde.
3. Schakel de teststand in met behulp van de simulatiefunctie.
4. Controleer of het merkteken van de positieplaat excentrische as (wit) en het merkteken van het voorste deksel (wit) in lijn liggen.
-
Aanwijzing
-
• Controleer met het WDS of een gelijkwaardige tester of de ontsteking (WDS: SPARK-L) -5° is.
-
• Zie STORINGZOEKSCHEMA'S MOTOR als er een storing is. (Zie STORINGZOEKSCHEMA'S MOTOR.)
5. Schakel de teststand uit met behulp van de simulatiefunctie.
Controle stationair toerental
-
Aanwijzing
-
• Het stationair toerental kan niet worden afgesteld.
-
• Om het stationair toerental te controleren, is WDS of een vergelijkbare tester nodig.
1. Voltooi de voorbereiding van de motorafstelling. (Zie Voorbereiding motorafstelling.)
2. Schakel de teststand in met behulp van de simulatiefunctie.
3. Controleer met de PID RPM of het motortoerental als volgt is.
-
• Zie STORINGZOEKSCHEMA'S MOTOR als er een storing is. (Zie STORINGZOEKSCHEMA'S MOTOR.)
Standaard
Belasting
|
Stationair toerental (omw/min)
Vrijstand (MT), stand N, D, R (AT)
|
MT
|
AT
|
Stand N
|
Stand D
|
Stand R
|
Zonder belasting
|
750-850
|
760-860
|
740-840
|
730-830
|
Elektrische belasting op*1
|
750-850
|
780-880
|
760-860
|
730-830
|
Airconditioning AAN (standaard)
|
760-860
|
780-880
|
760-860
|
730-830
|
Airconditioning AAN (standaard) + elektrische belasting op*1
|
790-890
|
780-880
|
760-860
|
730-830
|
Airconditioning AAN (zware belasting)
|
790-890
|
800-900
|
780-880
|
780-880
|
-
*1 :
De koplampen, de achterruitverwarming en de aanjager (stand 2 of hoger) zijn ingeschakeld.
Controle stationair mengsel
1. Controleer of het stationair toerental en het ontstekingstijdstip aan de specificatie voldoen.
(Zie Controle stationair toerental.)
(Zie Controle ontstekingstijdstip.)
2. Steek de sonde van een uitlaatgastester in de uitlaatpijp.
3. Controleer of de concentraties CO en HC aan de wettelijke voorschriften voldoen.
-
• Zie STORINGZOEKSCHEMA'S MOTOR als er een storing is. (Zie STORINGZOEKSCHEMA'S MOTOR.)