VERWIJDEREN/PLAATSEN BOVENSTE DRAAGARM VÓÓR

Opmerking

• Als de onderstaande procedures worden uitgevoerd zonder de wielsensor te verwijderen, kan er een onderbreking in de bedrading ontstaan als daar per ongeluk aan getrokken wordt. Neem de wielsensor (aszijde) los voordat de onderstaande procedures worden uitgevoerd en bevestig de sensor op een zodanige plaats aan de auto, dat er niet per ongeluk aan getrokken kan worden.

1. Verwijder de onderdelen in de aangegeven volgorde, zie de tabel.

2. Plaats de onderdelen in omgekeerde volgorde.

3. Controleer de voorwieluitlijning.

(Zie VOORWIELUITLIJNING.)

.

Aanwijzing voor verwijderen - remklauw en remzadel

1. Verwijder het remzadel met de remklauw van het fuseestuk en hang het geheel met een stuk touw o.i.d. aan de kant zodat het niet in de weg zit.

Aanwijzing voor verwijderen - onderste bout en moer schokdemper

1. Draai de bovenste moeren van de schokdemper los.

2. Verwijder de onderste bout en van de schokdemper.

Aanwijzing voor verwijderen - bovenste fuseekogel

1. Neem de fuseekogel los van het fuseestuk met SST.

Aanwijzing voor verwijderen - bovenste draagarm vóór

1. Verwijder de bouten van de bovenste draagarm.

2. Druk de onderste draagarm naar beneden en verwijder de bovenste draagarm via de ruimte tussen de onderzijde van de schokdemper en de onderste draagarm.

Aanwijzing voor verwijderen - bus

1. Zaag met een ijzerzaag 3-4 mm {0,12-0,15 in} van beide zijden van het uitstekend deel van de bus af.

2. Verwijder de bus met SST's en een pers.

Aanwijzing voor plaatsen - bus

1. Plaats de bus met SST's en een pers.

Aanwijzing voor plaatsen - clip

1. Verwijder het vet van het draadeind van de kogel.

2. Vul de nieuwe hoes met vet.

3. Plaats de stofhoes op de fuseekogel.

4. Plaats de clip met SST.

5. Controleer of de clip goed in de groef ligt.

6. Veeg het overtollige vet weg.