Diagnoseprocedure
STAP
|
CONTROLE
|
ACTIE
|
|
---|---|---|---|
1
|
CONTROLEER OF JUISTE DSC-MODULE GEMONTEERD IS
• Controleer het onderdeel van de DSC-module.
• Is het onderdeel juist?
|
Ja
|
Ga naar de volgende stap.
|
Nee
|
Vervang de DSC-module en ga naar stap 3.
|
||
2
|
VOER CONFIGURATIE UIT
• Is de configuratie juist uitgevoerd?
|
Ja
|
Ga naar de volgende stap.
|
Nee
|
Vervang de DSC-module en ga naar de volgende stap.
|
||
3
|
CONTROLEER OF STORINGZOEKPROCEDURE IS VOLTOOID
• Controleer of alle losgenomen stekkers weer aangesloten zijn.
• Wis de storingscode uit het geheugen.
(Zie Storingscodes wissen.)
• Is dezelfde storingscode aanwezig?
|
Ja
|
Herhaal de controle vanaf stap 1.
Vervang de DSC-module als het defect opnieuw optreedt.
|
Nee
|
Ga naar de volgende stap.
|
||
4
|
PROCEDURE CONTROLE NA REPARATIE
• Zijn er storingscodes aanwezig?
|
Ja
|
Ga naar de desbetreffende controleprocedure.
(Zie Storingscodetabel.)
|
Nee
|
Het storingzoeken is voltooid.
|