VERWIJDEREN/PLAATSEN DSC-MODULE
BHE041543750W01
-
Opmerking
-
• Als de DSC-module wordt vervangen door een nieuwe, moet de configuratie worden uitgevoerd voordat de DSC-module wordt verwijderd. Als de configuratie niet wordt uitgevoerd voor het verwijderen, zal storingscode B2477 worden opgeslagen.
-
• De dynamische stabiliteitsregeling zal in dat geval na het vervangen van de DSC-module wellicht niet juist werken. Voer na het plaatsen altijd de initialisatieprocedures uit voor de multisensor en de stuurhoeksensor. (Zie INITIALISATIEPROCEDURE MULTISENSOR.) (Zie INITIALISATIEPROCEDURE STUURHOEKSENSOR.)
-
• De inwendige onderdelen van de DSC-module kunnen beschadigd raken als de DSC-module valt. Laat de DSC-module niet vallen. Vervang de DSC-module als deze aan een overmatige schok is blootgesteld.
1. Voer de configuratie voor de dynamische stabiliteitsregeling uit. (Zie DSC-CONFIGURATIE.)
2. Verwijder de veerpootbrug. (Zie VERWIJDEREN/PLAATSEN VEERPOOTBRUG.)
3. Verwijder de onderdelen in de aangegeven volgorde, zie de tabel.
4. Plaats de onderdelen in omgekeerde volgorde.
1
|
Stekker
|
2
|
Stekker remvloeistofdruksensor
|
3
|
Remleiding
|
4
|
Moer
|
5
|
DSC-MODULE
|
Aanwijzing voor verwijderen - stekker
1. Draai het borglipje in de richting van de pijl en verwijder de stekker van de DSC-module.
Aanwijzing voor verwijderen - remleiding
1. Breng voor het verwijderen merktekens aan op de remleidingen en de aansluitingen om het plaatsen te vergemakkelijken.
Aanwijzing voor verwijderen/plaatsen - DSC-module
1. Plak bij het verwijderen/plaatsen van de DSC-module de stekkeraansluiting af met tape om te voorkomen dat er remvloeistof in de stekkeraansluiting komt.
Aanwijzing voor plaatsen - remleiding
1. Breng bij het plaatsen de merktekens die voor het verwijderen zijn aangebracht in lijn met de DSC-module zoals in de afbeelding is aangegeven.
Aanwijzing voor plaatsen - stekker
1. Draai na het aansluiten van de stekker het borglipje in de richting van de pijl om de stekker van de DSC-module te borgen.