ZELFDIAGNOSESYSTEEM DYNAMISCHE STABILITEITSREGELING (DSC)


BHE040243000W13

Beschrijving zelfdiagnosefunctie

• Het zelfdiagnosesysteem controleert de werking van de dynamische stabiliteitsregeling en geeft de voor bepaalde controles benodigde gegevens weer.

• Verdere functies zelfdiagnose:

- Voorziet in een snelle controle van de dynamische stabiliteitsregeling. Wordt normaal gesproken uitgevoerd bij aanvang van iedere diagnoseprocedure.
- Geeft bevestiging na reparaties om er zeker van te zijn dat geen fouten ontstaan tijdens service.

• De zelfdiagnose is onderverdeeld in 3 tests:

- Lees/wis diagnoseresultaten, PID databewaking en opname en actieve commandostand.

Lees/wis resultaten diagnosetest

• Met deze functie kunt de storingscodes in het geheugen van de DSC-module uitlezen en wissen.

PID/databewaking en opname

• Met deze functie heeft u toegang tot bepaalde datagegevens, ingangssignalen, berekende waarden en systeemstatus informatie.

Actief-commando-modi

• Met deze functie kunnen onderdelen aangestuurd worden met het WDS of een vergelijkbare tester.

Storingscodes uitlezen

1. Sluit het WDS of een vergelijkbare tester aan op servicestekker DLC-2.

2. Lees de storingscodes uit met het WDS of een vergelijkbare tester.

Storingscodes wissen

1. Nadat de reparaties zijn uitgevoerd, moet de procedure storingscodes uitlezen worden uitgevoerd.

2. Wis de storingscodes met het WDS of een vergelijkbare tester.

3. Controleer of de klacht van de klant verholpen is.

PID/databewaking en opname

1. Sluit het WDS of een vergelijkbare tester aan op servicestekker DLC-2.

2. Lees de PID's uit en controleer ze met behulp van het WDS of een vergelijkbare tester.

Actief commando-procedure

1. Sluit het WDS of een vergelijkbare tester aan op de 16-polige servicestekker DLC-2 in de auto.

2. Zet het contact in stand ON (motor uit) of start de motor.

3. Kies actief commando met het WDS of een vergelijkbare tester.

Storingscodetabel

STORINGSCODE

Locatie storing

Pagina

WDS of vergelijkbaar

B1318
Voedingssysteem
B1342
DSC-module
B1484
Remlichtschakelaarsysteem
B2477
DSC-moduleconfiguratie
C1093
DSC OFF-schakelaar
C1095
ABS-pomp en relais ABS-pomp
C1096
ABS-pomp en relais ABS-pomp
C1119
PCM/TCM-communicatie
C1134
PCM/TCM-communicatie
C1145
Wielsensor RV (onderbreking)
C1148
Wielsensor/ABS-rotor RV
C1155
Wielsensor LV (onderbreking)
C1158
Wielsensor/ABS-rotor LV
C1165
Wielsensor RA (onderbreking)
C1168
Wielsensor/ABS-rotor RA
C1175
Wielsensor LA (onderbreking)
C1178
Wielsensor/ABS-rotor LA
C1186
Kleppenrelais
C1194
Uitlaatklep LV
C1198
Inlaatklep LV
C1210
Uitlaatklep RV
C1214
Inlaatklep RV
C1222
Wielsensorsysteem (slipcontrolesysteem)
C1233
Wielsensor LV (kortsluiting naar massa)
C1234
Wielsensor RV (kortsluiting naar massa)
C1235
Wielsensor RA (kortsluiting naar massa)
C1236
Wielsensor LA (kortsluiting naar massa)
C1242
Uitlaatklep LA
C1246
Uitlaatklep RA
C1250
Inlaatklep LA
C1254
Inlaatklep RA
C1266
Kleppenrelais
C1279
Multisensor
C1280
Multisensor
C1281
Multisensor
C1282
Multisensor
C1288
Remvloeistofdruksensor
C1290
Remvloeistofdruksensor
C1295
Stuurhoeksensor
C1306
Stuurhoeksensor (onjuist geïnitialiseerd)
C1307
Stuurhoeksensor
C1400
Schakelmagneetklep tractiecontrolesysteem RV
C1410
Schakelmagneetklep tractiecontrolesysteem LV
C1440
Remvloeistofdruksensor
C1730
Remvloeistofdruksensor
C1805
Onjuiste DSC-module gemonteerd
C1937
Stuurhoeksensor
C1938
Stuurhoeksensor
C1951
Multisensor
C1952
Multisensor
C1953
Remlichtschakelaarsysteem
C1954
Remvloeistofdruksensor
C1956
Stuurhoeksensor
C1957
Schakelmagneetklep DSC RV
C1958
Schakelmagneetklep DSC LV
C1959
Multisensor
C1994
DSC-regelsysteem
C2768
Multisensor
C2778
Stuurhoeksensor (accuspanning onjuist)
U1900
CAN-communicatiesysteem
U2516
CAN-communicatiesysteem

Tabel PID/DATABEWAKING

PID-naam (omschrijving)

Eenheid/toestand

Werkingsconditie (referentie)

Actie

Aansluiting DSC-module

ABS_LAMP
(conditie waarschuwingslampje ABS)
Aan/Uit
• Waarschuwingslampje ABS: AAN
• Waarschuwingslampje ABS: UIT
Controleer het waarschuwingslampje ABS.
-
ABS_VOLT
(Waarde accuspanning)
V
• Contact in stand ON: ongeveer 12,2 V
• Bij stationair draaien: ongeveer 14,1 V
Controleer voedingscircuit.
K
ABSLF_I
(Conditie magneetklep links voor (druk vasthouden))
Aan/Uit
• Magneetklep aangestuurd: AAN
• Magneetklep niet aangestuurd: UIT
Controleer de DSC-module.
-
ABSLF_O
(Conditie magneetklep links voor (drukreductie))
Aan/Uit
• Magneetklep aangestuurd: AAN
• Magneetklep niet aangestuurd: UIT
Controleer de DSC-module.
-
ABSLR_I
(Conditie magneetklep links achter (druk vasthouden))
Aan/Uit
• Magneetklep aangestuurd: AAN
• Magneetklep niet aangestuurd: UIT
Controleer de DSC-module.
-
ABSLR_O
(Conditie magneetklep links achter (drukreductie))
Aan/Uit
• Magneetklep aangestuurd: AAN
• Magneetklep niet aangestuurd: UIT
Controleer de DSC-module.
-
ABSRF_I
(Conditie magneetklep rechts voor (druk vasthouden))
Aan/Uit
• Magneetklep aangestuurd: AAN
• Magneetklep niet aangestuurd: UIT
Controleer de DSC-module.
-
ABSRF_O
(Conditie magneetklep rechts voor (drukreductie))
Aan/Uit
• Magneetklep aangestuurd: AAN
• Magneetklep niet aangestuurd: UIT
Controleer de DSC-module.
-
ABSRR_I
(Conditie magneetklep rechts achter (druk vasthouden))
Aan/Uit
• Magneetklep aangestuurd: AAN
• Magneetklep niet aangestuurd: UIT
Controleer de DSC-module.
-
ABSRR_O
(Conditie magneetklep rechts achter (drukreductie))
Aan/Uit
• Magneetklep aangestuurd: AAN
• Magneetklep niet aangestuurd: UIT
Controleer de DSC-module.
-
BOO_ABS
(Signaal rempedaalschakelaar)
Aan/Uit
• Rempedaal ingetrapt: AAN
• Rempedaal niet ingetrapt: UIT
Controleer de remlichtschakelaar.
AD
BRAKE_LMP
(Conditie waarschuwingslampje remsysteem)
Aan/Uit
• Waarschuwingslampje remsysteem: AAN
• Waarschuwingslampje remsysteem: UIT
Controleer het waarschuwingslampje remsysteem.
-
CCNTABS
(Aantal permanente codes)
-
• Storingscode gesignaleerd: 1-255
• Geen storingscode gesignaleerd: 0
Lees de storingscodes uit.
-
L_DSC O
Aan/Uit
• Magneetklep aangestuurd: AAN
• Magneetklep niet aangestuurd: UIT
Controleer de DSC-module.
-
LAT ACC
G
• Bij stilstaande auto of bij rijden met constante snelheid: 0 G
• In een bocht naar rechts: veranderend van 0 G-positief
• In een bocht naar links: veranderend van 0 G-negatief
Controleer multisensor.
G
LF_WSPD
(Signaal wielsensor links voor)
KPH, MPH
• Auto staat stil: 0 KM/H, 0 MPH
• Auto rijdt: rijsnelheid
Controleer de wielsensor.
AJ, AL
LR_ WSPD
(Signaal wielsensor links achter)
KPH, MPH
• Auto staat stil: 0 KM/H, 0 MPH
• Auto rijdt: rijsnelheid
Controleer de wielsensor.
AH, AK
MCYLIP
kPa, psi, bar
• Rempedaal niet ingetrapt: 0 kPa, 0 psi, 0 bar
• Rempedaal ingetrapt: veranderend overeenkomstig de remvloeistofdruk
Controleer de remvloeistofdruksensor.
-
PMPSTAT
(Situatie pompmotor)
Aan/Uit
• Pompmotor aangestuurd: AAN
• Pompmotor niet aangestuurd: UIT
Controleer de DSC-module.
-
R_DSC O
Aan/Uit
• Magneetklep aangestuurd: AAN
• Magneetklep niet aangestuurd: UIT
Controleer de DSC-module.
-
RF_WSPD
(Signaal wielsensor rechts voor)
KPH, MPH
• Auto staat stil: 0 KM/H, 0 MPH
• Auto rijdt: rijsnelheid
Controleer de wielsensor.
AC, AE
OMW/MIN
(Invoer motortoerentalsignaal)
OMW/MIN
• Motor draait niet: 0 omw/min
• Motortoerental 3.000 omw/min: 3.000 omw/min
Controleer de PCM.
Controleer het instrumentenpaneel.
-
RR_WSPD
(Signaal wielsensor rechts achter)
KPH, MPH
• Auto staat stil: 0 KM/H, 0 MPH
• Auto rijdt: rijsnelheid
Controleer de wielsensor.
AF, AI
SWA POS
°
• Stuurwiel in rechtuitstand (niet verdraaid: 0°
• Stuurwiel verdraaid naar links: veranderend van 0°-negatief
• Stuurwiel verdraaid naar rechts: veranderend van 0°-positief
Controleer de stuurhoeksensor.
-
TC LVAL
Aan/Uit
• Magneetklep aangestuurd: AAN
• Magneetklep niet aangestuurd: UIT
Controleer de DSC-module.
-
TC RVAL
Aan/Uit
• Magneetklep aangestuurd: AAN
• Magneetklep niet aangestuurd: UIT
Controleer de DSC-module.
-
TPI
%
• Smoorklep gesloten: 0%
• Smoorklep geheel geopend: veranderend overeenkomstig de openingshoek van de smoorklep
Controleer de smoorklepsensor.
-
YAW_RATE
graden/s
• Bij stilstaande auto of bij rechtuitrijden: 0 graden/s
• In een bocht naar links: veranderend van 0 graden/s-negatief
• In een bocht naar rechts: veranderend van 0 graden/s-positief
Controleer multisensor.
F

Tabel actieve commando's

Commandonaam

Uitgaand onderdeel

Werking

Toestand

LATACCEL
Initialisatie multisensor bij wegrijden (zijdelingse versnelling)
TRUE/FALSE
Contact in stand ON
LF_DSC_V
Magneetklep stabiliteitsregeling LV
Aan/Uit
LF_INLET
Inlaatklep LV
LF_OUTLET
Uitlaatklep LV
LF_TC_VLV
Magneetklep tractiecontrolesysteem LV
LR_INLET
Inlaatklep LA
LR_OUTLET
Uitlaatklep LA
PMP_MOTOR
Pompmotor
RF_DSC_V
Magneetklep stabiliteitsregeling RV
RF_INLET
Inlaatklep RV
RF_OUTLET
Uitlaatklep RV
RF_TC_VLV
Magneetklep tractiecontrolesysteem RV
RR_INLET
Inlaatklep RA
RR_OUTLET
Uitlaatklep RA
SAS_CAL
Initialisatie stuurhoeksensor bij wegrijden
TRUE/FALSE
YAWRATE
Initialisatie multisensor bij wegrijden (gierhoek)
Aan/Uit