• Het zelfdiagnosesysteem controleert de werking van de dynamische stabiliteitsregeling en geeft de voor bepaalde controles benodigde gegevens weer.
• Verdere functies zelfdiagnose:
• De zelfdiagnose is onderverdeeld in 3 tests:
1. Sluit het WDS of een vergelijkbare tester aan op servicestekker DLC-2.
2. Lees de storingscodes uit met het WDS of een vergelijkbare tester.
1. Nadat de reparaties zijn uitgevoerd, moet de procedure storingscodes uitlezen worden uitgevoerd.
2. Wis de storingscodes met het WDS of een vergelijkbare tester.
3. Controleer of de klacht van de klant verholpen is.
1. Sluit het WDS of een vergelijkbare tester aan op servicestekker DLC-2.
2. Lees de PID's uit en controleer ze met behulp van het WDS of een vergelijkbare tester.
1. Sluit het WDS of een vergelijkbare tester aan op de 16-polige servicestekker DLC-2 in de auto.
2. Zet het contact in stand ON (motor uit) of start de motor.
3. Kies actief commando met het WDS of een vergelijkbare tester.
STORINGSCODE
|
Locatie storing
|
Pagina
|
---|---|---|
WDS of vergelijkbaar
|
||
B1318
|
Voedingssysteem
|
(Zie STORINGSCODE B1318.)
|
B1342
|
DSC-module
|
(Zie STORINGSCODE B1342.)
|
B1484
|
Remlichtschakelaarsysteem
|
(Zie STORINGSCODE B1484, C1953.)
|
B2477
|
DSC-moduleconfiguratie
|
(Zie STORINGSCODE B2477.)
|
C1093
|
DSC OFF-schakelaar
|
(Zie STORINGSCODE C1093.)
|
C1095
|
ABS-pomp en relais ABS-pomp
|
(Zie STORINGSCODE C1095, C1096.)
|
C1096
|
ABS-pomp en relais ABS-pomp
|
(Zie STORINGSCODE C1095, C1096.)
|
C1119
|
PCM/TCM-communicatie
|
(Zie STORINGSCODE C1119, C1134.)
|
C1134
|
PCM/TCM-communicatie
|
(Zie STORINGSCODE C1119, C1134.)
|
C1145
|
Wielsensor RV (onderbreking)
|
|
C1148
|
Wielsensor/ABS-rotor RV
|
|
C1155
|
Wielsensor LV (onderbreking)
|
|
C1158
|
Wielsensor/ABS-rotor LV
|
|
C1165
|
Wielsensor RA (onderbreking)
|
|
C1168
|
Wielsensor/ABS-rotor RA
|
|
C1175
|
Wielsensor LA (onderbreking)
|
|
C1178
|
Wielsensor/ABS-rotor LA
|
|
C1186
|
Kleppenrelais
|
(Zie STORINGSCODE C1186, C1266.)
|
C1194
|
Uitlaatklep LV
|
|
C1198
|
Inlaatklep LV
|
|
C1210
|
Uitlaatklep RV
|
|
C1214
|
Inlaatklep RV
|
|
C1222
|
Wielsensorsysteem (slipcontrolesysteem)
|
(Zie STORINGSCODE C1222.)
|
C1233
|
Wielsensor LV (kortsluiting naar massa)
|
|
C1234
|
Wielsensor RV (kortsluiting naar massa)
|
|
C1235
|
Wielsensor RA (kortsluiting naar massa)
|
|
C1236
|
Wielsensor LA (kortsluiting naar massa)
|
|
C1242
|
Uitlaatklep LA
|
|
C1246
|
Uitlaatklep RA
|
|
C1250
|
Inlaatklep LA
|
|
C1254
|
Inlaatklep RA
|
|
C1266
|
Kleppenrelais
|
(Zie STORINGSCODE C1186, C1266.)
|
C1279
|
Multisensor
|
|
C1280
|
Multisensor
|
|
C1281
|
Multisensor
|
|
C1282
|
Multisensor
|
|
C1288
|
Remvloeistofdruksensor
|
|
C1290
|
Remvloeistofdruksensor
|
|
C1295
|
Stuurhoeksensor
|
|
C1306
|
Stuurhoeksensor (onjuist geïnitialiseerd)
|
(Zie STORINGSCODE C1306.)
|
C1307
|
Stuurhoeksensor
|
|
C1400
|
Schakelmagneetklep tractiecontrolesysteem RV
|
|
C1410
|
Schakelmagneetklep tractiecontrolesysteem LV
|
|
C1440
|
Remvloeistofdruksensor
|
|
C1730
|
Remvloeistofdruksensor
|
|
C1805
|
Onjuiste DSC-module gemonteerd
|
(Zie STORINGSCODE C1805.)
|
C1937
|
Stuurhoeksensor
|
|
C1938
|
Stuurhoeksensor
|
|
C1951
|
Multisensor
|
|
C1952
|
Multisensor
|
|
C1953
|
Remlichtschakelaarsysteem
|
(Zie STORINGSCODE B1484, C1953.)
|
C1954
|
Remvloeistofdruksensor
|
|
C1956
|
Stuurhoeksensor
|
|
C1957
|
Schakelmagneetklep DSC RV
|
|
C1958
|
Schakelmagneetklep DSC LV
|
|
C1959
|
Multisensor
|
|
C1994
|
DSC-regelsysteem
|
(Zie STORINGSCODE C1994.)
|
C2768
|
Multisensor
|
|
C2778
|
Stuurhoeksensor (accuspanning onjuist)
|
(Zie STORINGSCODE C2778.)
|
U1900
|
CAN-communicatiesysteem
|
|
U2516
|
CAN-communicatiesysteem
|
PID-naam (omschrijving)
|
Eenheid/toestand
|
Werkingsconditie (referentie)
|
Actie
|
Aansluiting DSC-module
|
---|---|---|---|---|
ABS_LAMP
(conditie waarschuwingslampje ABS)
|
Aan/Uit
|
• Waarschuwingslampje ABS: AAN
• Waarschuwingslampje ABS: UIT
|
Controleer het waarschuwingslampje ABS.
|
-
|
ABS_VOLT
(Waarde accuspanning)
|
V
|
• Contact in stand ON: ongeveer 12,2 V
• Bij stationair draaien: ongeveer 14,1 V
|
Controleer voedingscircuit.
(Zie CONTROLE DSC-SYSTEEM.)
|
K
|
ABSLF_I
(Conditie magneetklep links voor (druk vasthouden))
|
Aan/Uit
|
• Magneetklep aangestuurd: AAN
• Magneetklep niet aangestuurd: UIT
|
Controleer de DSC-module.
(Zie CONTROLE DSC-MODULE.)
|
-
|
ABSLF_O
(Conditie magneetklep links voor (drukreductie))
|
Aan/Uit
|
• Magneetklep aangestuurd: AAN
• Magneetklep niet aangestuurd: UIT
|
Controleer de DSC-module.
(Zie CONTROLE DSC-MODULE.)
|
-
|
ABSLR_I
(Conditie magneetklep links achter (druk vasthouden))
|
Aan/Uit
|
• Magneetklep aangestuurd: AAN
• Magneetklep niet aangestuurd: UIT
|
Controleer de DSC-module.
(Zie CONTROLE DSC-MODULE.)
|
-
|
ABSLR_O
(Conditie magneetklep links achter (drukreductie))
|
Aan/Uit
|
• Magneetklep aangestuurd: AAN
• Magneetklep niet aangestuurd: UIT
|
Controleer de DSC-module.
(Zie CONTROLE DSC-MODULE.)
|
-
|
ABSRF_I
(Conditie magneetklep rechts voor (druk vasthouden))
|
Aan/Uit
|
• Magneetklep aangestuurd: AAN
• Magneetklep niet aangestuurd: UIT
|
Controleer de DSC-module.
(Zie CONTROLE DSC-MODULE.)
|
-
|
ABSRF_O
(Conditie magneetklep rechts voor (drukreductie))
|
Aan/Uit
|
• Magneetklep aangestuurd: AAN
• Magneetklep niet aangestuurd: UIT
|
Controleer de DSC-module.
(Zie CONTROLE DSC-MODULE.)
|
-
|
ABSRR_I
(Conditie magneetklep rechts achter (druk vasthouden))
|
Aan/Uit
|
• Magneetklep aangestuurd: AAN
• Magneetklep niet aangestuurd: UIT
|
Controleer de DSC-module.
(Zie CONTROLE DSC-MODULE.)
|
-
|
ABSRR_O
(Conditie magneetklep rechts achter (drukreductie))
|
Aan/Uit
|
• Magneetklep aangestuurd: AAN
• Magneetklep niet aangestuurd: UIT
|
Controleer de DSC-module.
(Zie CONTROLE DSC-MODULE.)
|
-
|
BOO_ABS
(Signaal rempedaalschakelaar)
|
Aan/Uit
|
• Rempedaal ingetrapt: AAN
• Rempedaal niet ingetrapt: UIT
|
Controleer de remlichtschakelaar.
|
AD
|
BRAKE_LMP
(Conditie waarschuwingslampje remsysteem)
|
Aan/Uit
|
• Waarschuwingslampje remsysteem: AAN
• Waarschuwingslampje remsysteem: UIT
|
Controleer het waarschuwingslampje remsysteem.
|
-
|
CCNTABS
(Aantal permanente codes)
|
-
|
• Storingscode gesignaleerd: 1-255
• Geen storingscode gesignaleerd: 0
|
Lees de storingscodes uit.
|
-
|
L_DSC O
|
Aan/Uit
|
• Magneetklep aangestuurd: AAN
• Magneetklep niet aangestuurd: UIT
|
Controleer de DSC-module.
(Zie CONTROLE DSC-MODULE.)
|
-
|
LAT ACC
|
G
|
• Bij stilstaande auto of bij rijden met constante snelheid: 0 G
• In een bocht naar rechts: veranderend van 0 G-positief
• In een bocht naar links: veranderend van 0 G-negatief
|
Controleer multisensor.
|
G
|
LF_WSPD
(Signaal wielsensor links voor)
|
KPH, MPH
|
• Auto staat stil: 0 KM/H, 0 MPH
• Auto rijdt: rijsnelheid
|
Controleer de wielsensor.
|
AJ, AL
|
LR_ WSPD
(Signaal wielsensor links achter)
|
KPH, MPH
|
• Auto staat stil: 0 KM/H, 0 MPH
• Auto rijdt: rijsnelheid
|
Controleer de wielsensor.
|
AH, AK
|
MCYLIP
|
kPa, psi, bar
|
• Rempedaal niet ingetrapt: 0 kPa, 0 psi, 0 bar
• Rempedaal ingetrapt: veranderend overeenkomstig de remvloeistofdruk
|
Controleer de remvloeistofdruksensor.
|
-
|
PMPSTAT
(Situatie pompmotor)
|
Aan/Uit
|
• Pompmotor aangestuurd: AAN
• Pompmotor niet aangestuurd: UIT
|
Controleer de DSC-module.
(Zie CONTROLE DSC-MODULE.)
|
-
|
R_DSC O
|
Aan/Uit
|
• Magneetklep aangestuurd: AAN
• Magneetklep niet aangestuurd: UIT
|
Controleer de DSC-module.
(Zie CONTROLE DSC-MODULE.)
|
-
|
RF_WSPD
(Signaal wielsensor rechts voor)
|
KPH, MPH
|
• Auto staat stil: 0 KM/H, 0 MPH
• Auto rijdt: rijsnelheid
|
Controleer de wielsensor.
|
AC, AE
|
OMW/MIN
(Invoer motortoerentalsignaal)
|
OMW/MIN
|
• Motor draait niet: 0 omw/min
• Motortoerental 3.000 omw/min: 3.000 omw/min
|
Controleer de PCM.
Controleer het instrumentenpaneel.
|
-
|
RR_WSPD
(Signaal wielsensor rechts achter)
|
KPH, MPH
|
• Auto staat stil: 0 KM/H, 0 MPH
• Auto rijdt: rijsnelheid
|
Controleer de wielsensor.
|
AF, AI
|
SWA POS
|
°
|
• Stuurwiel in rechtuitstand (niet verdraaid: 0°
• Stuurwiel verdraaid naar links: veranderend van 0°-negatief
• Stuurwiel verdraaid naar rechts: veranderend van 0°-positief
|
Controleer de stuurhoeksensor.
|
-
|
TC LVAL
|
Aan/Uit
|
• Magneetklep aangestuurd: AAN
• Magneetklep niet aangestuurd: UIT
|
Controleer de DSC-module.
(Zie CONTROLE DSC-MODULE.)
|
-
|
TC RVAL
|
Aan/Uit
|
• Magneetklep aangestuurd: AAN
• Magneetklep niet aangestuurd: UIT
|
Controleer de DSC-module.
(Zie CONTROLE DSC-MODULE.)
|
-
|
TPI
|
%
|
• Smoorklep gesloten: 0%
• Smoorklep geheel geopend: veranderend overeenkomstig de openingshoek van de smoorklep
|
Controleer de smoorklepsensor.
|
-
|
YAW_RATE
|
graden/s
|
• Bij stilstaande auto of bij rechtuitrijden: 0 graden/s
• In een bocht naar links: veranderend van 0 graden/s-negatief
• In een bocht naar rechts: veranderend van 0 graden/s-positief
|
Controleer multisensor.
|
F
|