STORINGSCODE B2278


BHE060201038W06

STORINGSCODE

B2278

Koppelsensor

CONDITIES VOOR SIGNALERING

• Abnormaal ingangssignaal koppelsensor geregistreerd.

MOGELIJKE OORZAAK

• Onderbreking of kortsluiting in bedrading tussen de volgende aansluitingen van de EPS-module en de koppelsensor:
- Aansluiting 3A EPS-module-aansluiting A koppelsensor
- Aansluiting 3B EPS-module-aansluiting B koppelsensor
- Aansluiting 3C EPS-module-aansluiting C koppelsensor
• Storing in EPS-module
• Koppelsensor defect
• Slecht contact in stekkers

Diagnoseprocedure

STAP

CONTROLE

ACTIE

1
CONTROLEER KOPPELSENSOR MET WDS OF VERGELIJKBARE TESTER
• Zet het contact in stand LOCK.
• Sluit het WDS of een vergelijkbare tester aan op diagnosestekker 2.
• Zet het contact in stand ON (motor UIT).
• Selecteer PID TRQ_SENS.
• Controleer of de waarde verandert wanneer het stuur gedraaid wordt.

Links: 0- -32 Nm

Rechts: 0-31,75 Nm

• Veranderen de waarden van het signaal van de koppelsensor op dezelfde manier?
Ja
Storing kan tijdelijk zijn. Ga naar stap 7.
Nee
Ga naar de volgende stap.
2
CONTROLEER OF STORING VEROORZAAKT WORDT DOOR SLECHT CONTACT VAN EPS-MODULE OF DOOR VERBOGEN STEKKERPENNEN
• Zet het contact in stand LOCK.
• Controleer aansluiting EPS-module en bedrading.
• Neem de stekker van de EPS-module los.
• Controleer of storing door verbogen of slecht aangesloten stekkerpennen veroorzaakt wordt.
• Zijn de aansluiting van de stekker, de stekkerpennen en de bedrading in orde?
Ja
Ga naar de volgende stap.
Nee
Repareer of vervang de defecte stekker en bedrading en ga naar stap 7.
3
CONTROLEER CIRCUIT KOPPELSENSOR OP ONDERBREKING
• Controleer de doorverbinding tussen de aansluitingen van de EPS-module en de aansluitingen van de koppelsensor.
- Aansluiting 3A EPS-module-aansluiting A koppelsensor
- Aansluiting 3B EPS-module-aansluiting B koppelsensor
- Aansluiting 3C EPS-module-aansluiting C koppelsensor
• Is er doorverbinding?
Ja
Ga naar de volgende stap.
Nee
Repareer of vervang vanwege een onderbreking de bedrading tussen de EPS-module en de koppelsensor. Ga vervolgens naar stap 7.
4
CONTROLEER CIRCUIT KOPPELSENSOR OP KORTSLUITING NAAR PLUS
• Meet de spanning tussen de aansluitingen van de koppelsensor en massa.
- Aansluiting A koppelsensor-massa
- Aansluiting B koppelsensor-massa
- Aansluiting C koppelsensor-massa
• Staat ergens accuspanning op?
Ja
Repareer of vervang vanwege een kortsluiting naar plus de bedrading tussen de EPS-module en de koppelsensor. Ga vervolgens naar stap 7.
Nee
Ga naar de volgende stap.
5
CONTROLEER CIRCUIT KOPPELSENSOR OP KORTSLUITING NAAR MASSA
• Controleer de doorverbinding tussen de aansluitingen van de koppelsensor en massa.
- Aansluiting A koppelsensor-massa
- Aansluiting B koppelsensor-massa
- Aansluiting C koppelsensor-massa
• Is er doorverbinding?
Ja
Repareer of vervang vanwege een kortsluiting naar massa de bedrading tussen de EPS-module en de koppelsensor. Ga daarna naar de volgende stap.
Nee
Ga naar de volgende stap.
6
CONTROLEER KOPPELSENSOR
• Zet het contact in stand LOCK.
• Neem de stekker van de koppelsensor los.
• Meet de weerstand tussen de aansluitingen van de koppelsensor.
- Aansluiting A-B
- Aansluiting B-C
Weerstand: 12-15 ohm
• Is de koppelsensor in orde?
Ja
Ga naar de volgende stap.
Nee
Vervang het stuurhuis met de spoorstangen en ga naar stap 7.
7
CONTROLEER OF STORINGZOEKPROCEDURE IS VOLTOOID
• Controleer of alle losgenomen stekkers weer aangesloten zijn.
• Wis de storingscodes uit het geheugen.
• Zet het contact in stand LOCK.
• Start de motor.
• Is dezelfde storingscode aanwezig?
Ja
Vervang de EPS-module en ga naar de volgende stap.
Nee
Ga naar de volgende stap.
8
PROCEDURE CONTROLE NA REPARATIE
• Zijn er andere storingscodes aanwezig?
Ja
Ga naar de desbetreffende controleprocedure.
Nee
Het storingzoeken is voltooid.