VERWIJDEREN/PLAATSEN STUURHUIS EN SPOORSTANGEN


BHE061332960W01

Opmerking
• Als de onderstaande procedures worden uitgevoerd zonder de wielsensor te verwijderen, kan er een onderbreking in de bedrading ontstaan als daar per ongeluk aan getrokken wordt. Verwijder de bedrading van de wielsensor (aszijde) voordat de onderstaande procedures worden uitgevoerd en bevestig de bedrading op een zodanige plaats aan de auto, dat er niet per ongeluk aan getrokken kan worden.
• Zet, na het vervangen van het stuurhuis en de spoorstangen, het EPS-systeem altijd in de middenstand om te voorkomen dat het systeem defect raakt. (Zie INSTELLEN MIDDENSTAND EPS-SYSTEEM.)

1. Verwijder het onderpaneel.

2. Verwijder de onderdelen in de aangegeven volgorde, zie de tabel.

3. Plaats de onderdelen in omgekeerde volgorde.

4. Controleer na het plaatsen de voorwieluitlijning en lijn de voorwielen indien nodig uit. (Zie VOORWIELUITLIJNING.)

5. Na het plaatsen moet het EPS-systeem in de middenstand worden gezet. (Zie INSTELLEN MIDDENSTAND EPS-SYSTEEM.)

1
Bout (tussenas)
2
Radiateursteun
3
Splitpen
4
Borgmoer (spoorstangeind)
5
Spoorstangeind
6
Stekker koppelsensor
7
Stekker EPS-motor
8
Stuurhuis en spoorstangen

Aanwijzing voor verwijderen - spoorstangeind

1. Verwijder de borgmoer van de buitenste stuurkogel.

2. Neem met SST de buitenste stuurkogel los van het fuseestuk.

Aanwijzing voor plaatsen - stuurhuis en spoorstangen

1. Draai de bouten handvast.

2. Draai de bevestigingsbouten van het stuurhuis en de spoorstangen in de aangegeven volgorde vast met het voorgeschreven aanhaalmoment.

Aanhaalmoment
74,4-104,8 Nm
{7,59-10,68 kgm, 54,88-77,29 ft·lbf}

3. Zet, na het aansluiten van de stekker, de bedrading met de klemmen vast zoals aangegeven in de afbeelding.