Diagnoseprocedure
STAP
|
CONTROLE
|
ACTIE
|
|
---|---|---|---|
1
|
CONTROLEER OF FREEZE-FRAME GEGEVENS ZIJN GENOTEERD
• Zijn er FREEZE-FRAME GEGEVENS genoteerd?
|
Ja
|
Ga naar de volgende stap.
|
Nee
|
Noteer de FREEZE-FRAME GEGEVENS op de werkorder en ga naar de volgende stap.
|
||
2
|
CONTROLEER OF ER GERELATEERDE SERVICE-INFORMATIE BESCHIKBAAR IS
• Controleer of er verwante service-informatie beschikbaar is.
• Is er service-informatie over dit onderwerp?
|
Ja
|
Voer de reparatie of het storingzoeken uit overeenkomstig de desbetreffende service-informatie.
• Ga naar de volgende stap als de storing nog niet verholpen is.
|
Nee
|
Ga naar de volgende stap.
|
||
3
|
CONTROLEER OP TIJDELIJKE STORINGSCODE OF OPGESLAGEN STORINGSCODE
• Zet het contact eerst in stand LOCK en vervolgens in stand ON (motor uit).
• Controleer de tijdelijke storingscodes en de opgeslagen storingscodes.
• Is er een andere storingscode aanwezig?
|
Ja
|
Ga naar de desbetreffende controleprocedure.
(Zie STORINGSCODETABEL.)
|
Nee
|
Ga naar de volgende stap.
|
||
4
|
CONTROLEER PLAATSING VAN VOORSTE LAMBDASENSOR
• Controleer of de voorste lambdasensor niet loszit.
• In orde?
|
Ja
|
Ga naar de volgende stap.
|
Nee
|
Vervang de voorste lambdasensor en ga naar stap 11.
|
||
5
|
CONTROLEER UITLAATSYSTEEM OP LEKKAGE
• Controleer visueel of er lekkage is in het uitlaatsysteem.
• Lekt er uitlaatgas?
|
Ja
|
Repareer of vervang het defecte onderdeel en ga naar de volgende stap.
|
Nee
|
Ga naar de volgende stap.
|
||
6
|
CONTROLEER WERKING BRANDSTOFDAMPAFVOERSYSTEEM
• Controleer de werking van het brandstofdampafvoersysteem.
• Werkt het brandstofdampafvoersysteem correct?
|
Ja
|
Ga naar de volgende stap.
|
Nee
|
Repareer of vervang het defecte onderdeel, afhankelijk van de resultaten van de controle.
Ga dan naar stap 11.
|
||
7
|
CONTROLEER ACTUELE STATUS INGANGSSIGNAAL VSS
• Sluit het WDS of een vergelijkbare tester aan op diagnosestekker 2.
• Start de motor.
• Selecteer de PID VSS.
• Controleer de PID VSS.
(Zie CONTROLE PCM.)
• Is de PID normaal?
|
Ja
|
Ga naar de volgende stap.
|
Nee
|
Controleer het defecte onderdeel aan de hand van de resultaten van de controle.
Ga dan naar stap 11.
|
||
8
|
CONTROLEER THERMOSENSOR KOELVLOEISTOF
• Controleer de thermosensor koelvloeistof.
• Is er een storing?
|
Ja
|
Vervang de thermosensor koelvloeistof en ga naar stap 11.
|
Nee
|
Ga naar de volgende stap.
|
||
9
|
CONTROLEER POSITIESENSOR EXCENTRISCHE AS
• Controleer de positiesensor van de excentrische as.
• Is er een storing?
|
Ja
|
Vervang de positiesensor van de excentrische as en ga naar stap 11.
|
Nee
|
Ga naar de volgende stap.
|
||
10
|
BEPAAL OF DEFECT IN KATALYSATOR OF PCM ZIT
• Controleer of alle losgenomen stekkers weer aangesloten zijn.
• Wis de storingscode uit het PCM-geheugen met behulp van het WDS of een vergelijkbare tester.
• Voer RIJPROGRAMMA 1 en 3 uit.
(Zie ZELFDIAGNOSE RIJPROGRAMMA.)
• Is de TIJDELIJKE STORINGSCODE P0420 aanwezig?
|
Ja
|
Vervang de katalysator en ga naar de volgende stap.
|
Nee
|
Ga naar stap 12.
|
||
11
|
CONTROLEER OF STORINGZOEKPROCEDURE VOOR STORINGSCODE P0420 IS VOLTOOID
• Controleer of alle losgenomen stekkers weer aangesloten zijn.
• Wis de storingscodes uit het PCM-geheugen met behulp van het WDS of een vergelijkbare tester.
• Voer RIJPROGRAMMA 1 en 3 uit.
(Zie ZELFDIAGNOSE RIJPROGRAMMA.)
• Is er een TIJDELIJKE STORINGSCODE van dezelfde storingscode aanwezig?
|
Ja
|
Vervang de PCM en ga naar de volgende stap.
(Zie VERWIJDEREN/PLAATSEN PCM.)
|
Nee
|
Ga naar de volgende stap.
|
||
12
|
PROCEDURE CONTROLE NA REPARATIE
• Voer de PROCEDURE NA REPARATIE uit.
(Zie PROCEDURE NA REPARATIE.)
• Zijn er storingscodes aanwezig?
|
Ja
|
Ga naar de desbetreffende controleprocedure.
(Zie STORINGSCODETABEL.)
|
Nee
|
Het storingzoeken is voltooid.
|