Diagnoseprocedure
STAP
|
CONTROLE
|
RESULTATEN
|
ACTIE
|
---|---|---|---|
1
|
Bestaat de klacht van de klant slechts uit 'geen warmte in interieur'?
|
Ja
|
Controleer de airconditioning en het verwarmingssysteem.
|
Nee
|
Ga naar de volgende stap.
|
||
2
|
Blijft het stationaire motortoerental continu hoog?
|
Ja
|
Ga naar storingzoekschema nr. 9: "Hoog stationair toerental/nadieselen'.
|
Nee
|
Ga naar de volgende stap.
|
||
3
|
Verwijder de thermostaat en controleer de werking.
(Zie CONTROLE THERMOSTAAT.)
Is de thermostaat in orde?
|
Ja
|
Ga naar de volgende stap.
|
Nee
|
Vervang de thermostaat.
|
||
4
|
Controleer werking regelsysteem koelventilator.
Werkt het regelsysteem van de koelventilator goed?
|
Ja
|
Ga naar de volgende stap.
|
Nee
|
Repareer of vervang het defecte onderdeel.
|
||
5
|
Selecteer de PID ECT.
Lees zowel de waarde van de PID ECT als de waarde op de temperatuurmeter op het instrumentenpaneel af.
Geeft de PID ECT dezelfde waarde weer als de temperatuurmeter?
|
Ja
|
Controleer de omloopklep van de excentrische as.
(Zie werkplaatshandboek motor.)
|
Nee
|
Als de temperatuurmeter een normale waarde aangeeft maar de PID ECT niet gelijk is aan de waarde op de meter, controleer dan de thermosensor koelvloeistof.
Als de temperatuurmeter op het instrumentenpaneel 'koud' aangeeft maar de PID ECT normaal is, controleer dan de temperatuurmeter en de thermosensor.
|
||
6
|
Controleer de testresultaten.
• Als alles in orde is, ga dan terug naar de storingzoektabel om de overige problemen op te lossen.
• Raadpleeg de desbetreffende service-informatie en repareer of stel diagnose als het probleem blijft bestaan.
|