STORINGSCODE C1222


BHE040243000W25

Aanwijzing
• Storingscode C1222 wordt weergegeven als niet vastgesteld kan worden welke van de wielsensoren er defect is.

STORINGSCODE

C1222

Wielsensorsysteem (slipcontrole)

CONDITIES VOOR SIGNALERING

• Het verschil tussen de verschillende wielen overschrijdt een bepaalde waarde bij het rijden met een constante snelheid.
• ABS-regeling werkt gedurende 60 seconden of meer.

MOGELIJKE OORZAAK

• Wielsensor defect (laag uitgangssignaal, metaaldeeltjes op de sensor)
• ABS-rotor defect (rotortanden beschadigd)
• Wielsensor en/of rotor slecht geplaatst (wanneer de rotor verdraaid geplaatst is, kan bij hoge snelheden een abnormaal signaalbeeld ontstaan)
• Onjuiste speling tussen de wielsensor en de ABS-rotor

Diagnoseprocedure

STAP

CONTROLE

ACTIE

1
CONTROLEER PID OP ABNORMAAL UITGANGSSIGNAAL VAN WIELSENSOR MET WDS OF VERGELIJKBARE TESTER
• Zet het contact in stand LOCK.
• Sluit het WDS of een vergelijkbare tester aan op servicestekker DLC-2.
• Controleer de volgende PID's met WDS of een vergelijkbare tester:
LF_WSPD
LR_ WSPD
RF_WSPD
RR_WSPD
• Rijd met de auto.
• Controleer of de PID's voor alle 4 de wielen ongeveer gelijk zijn.
• Zijn de snelheidssignalen ongeveer gelijk?
Ja
Ga naar stap 5.
Nee
Als er een verschil in snelheid tussen de 4 wielen is, ga dan naar de volgende stap.
2
CONTROLEER UITGANGSSIGNAAL WIELSENSOR MET OSCILLOSCOOP
• Controleer signaalbeeld uitgangssignaal wielsensor.
• Is het signaalbeeld van de uitgangsspanning in orde?
Ja
Ga naar stap 5.
Nee
Vervang de wielsensor vóór indien deze defect is en ga naar stap 5.
Ga naar de volgende stap als de wielsensor achter defect is.
3
CONTROLEER OF DEFECT VEROORZAAKT WORDT DOOR ONJUIST AFGESTELDE SENSOR
• Controleer de speling tussen de wielsensor en de rotor.
Speling
0,3-1,1 mm {0,012-0,043 in}
Ja
Ga naar de volgende stap.
Nee
Vervang de wielsensor achter en ga naar stap 5.
4
CONTROLEER ROTOR ACHTER VISUEEL OP ABNORMALE OF ONTBREKENDE TANDEN, VERVORMING, BELEMMERING EN JUISTE MONTAGE
• Is het resultaat in orde?
Ja
Ga naar de volgende stap.
Nee
Vervang de aandrijfas en ga naar de volgende stap.
5
CONTROLEER OF STORINGZOEKPROCEDURE IS VOLTOOID
• Controleer of alle losgenomen stekkers weer aangesloten zijn.
• Wis de storingscode uit het geheugen.
• Zij dezelfde storingscodes aanwezig?
Ja
Herhaal de controle vanaf stap 1.
Vervang de DSC-module als het defect opnieuw optreedt.
Nee
Ga naar de volgende stap.
6
PROCEDURE CONTROLE NA REPARATIE
• Zijn er storingscodes aanwezig?
Ja
Ga naar de desbetreffende controleprocedure.
Nee
Het storingzoeken is voltooid.