PROEFRIT
BHE051301026W03
-
Waarschuwing
-
• Als een proefrit gemaakt wordt, moet goed op andere voertuigen, mensen, obstakels worden gelet om ongelukken te voorkomen.
-
Aanwijzing
-
• Als de wettelijk toegestane snelheid overschreden moet worden, moet een rollenbank gebruikt worden in plaats van een proefrit.
Voorbereiding proefrit
1. Controleer het koelvloeistofniveau. (Zie CONTROLE KOELVLOEISTOFNIVEAU.)
2. Controleer het motoroliepeil. (Zie CONTROLE MOTOROLIEPEIL.)
3. Controleer het ATF-niveau. (Zie Controle niveau automatische-transmissievloeistof (ATF).)
4. Controleer stationair toerental en ontstekingstijdstip in stand P. (Zie MOTORAFSTELLINGEN.)
5. Wacht tot de motor en de transmissie op de normale bedrijfstemperatuur zijn.
Schakelschema
Stand D (normale stand)

Test stand D
1. Voer de voorbereiding voor de proefrit uit. (Zie Voorbereiding proefrit.)
2. Zet de selectiehendel in stand D.
3. Accelereer met half en daarna volledig geopende smoorklep.
4. Controleer of het opschakelen en terugschakelen 1 → 2, 2 → 3 en 3 → 4 plaatsvindt. De schakelpunten moeten zijn zoals in de tabel is aangegeven.
-
• Controleer de TCM en AT als er een defect is. (Zie TABEL STORINGZOEKSCHEMA'S.)
5. Rijd in de 4e, 3e en 2e versnelling en controleer of er kickdown plaatsvindt van 4→3, van 3→2 en van 2→1 en of de schakelpunten overeenkomen met de snelheden die in het schakelschema zijn aangegeven.
-
• Controleer de TCM en AT als er een defect is. (Zie TABEL STORINGZOEKSCHEMA'S.)
6. Laat het gas los en controleer of er motorremwerking waarneembaar is in de 2e, 3e en 4e versnelling.
-
• Controleer de TCM en AT als er een defect is. (Zie TABEL STORINGZOEKSCHEMA'S.)
7. Rijd met de auto en controleer of er lockup plaatsvindt. De schakelpunten moeten zijn zoals in de tabel is aangegeven.
-
• Controleer de TCM en AT als er een defect is. (Zie TABEL STORINGZOEKSCHEMA'S.)
Tabel schakelpunten
Bereik
|
Functie
|
Stand smoorklep
|
Schakelen
|
Rijsnelheid
(km/h {mph})
|
Toerental turbinewiel
(omw/min)
|
D
|
NORMAAL
|
Volledig geopend
|
D1→ D2
|
59-65 {37-40}
|
5.950-6.550
|
D2→ D3
|
109-117 {68-72}
|
6.100-6.500
|
D3→ D4
|
165-175 {103-108}
|
6.000-6.300
|
TCC AAN (D4)
|
175-185 {109-114}
|
4.400-4.600
|
Half geopend
|
D1→ D2
|
41-49 {26-30}
|
4.100-5.000
|
D2→ D3
|
67-85 {42-52}
|
3.750-4.750
|
TCC AAN (D3)
|
92-104 {58-64}
|
3.350-3.750
|
D3→ D4
|
112-139 {70-86}
|
4.050-5.050
|
TCC AAN (D4)
|
125-152 {78-94}
|
3.150-3.800
|
Gesloten
|
D4→ D3
|
27-33 {17-20}
|
700-800
|
D3→ D1
|
5-11 {4-6}
|
200-350
|
Kickdown
|
D4→ D3
|
150-160 {93-99}
|
3.800-4.000
|
D3→ D2
|
98-106 {61-65}
|
3.550-3.800
|
D2→ D1
|
44-50 {28-31}
|
2.500-2.750
|
POWER
|
Volledig geopend
|
D1→ D2
|
59-65 {37-40}
|
5.950-6.550
|
D2→ D3
|
109-117 {68-72}
|
6.100-6.500
|
D3→ D4
|
165-175 {103-108}
|
6.000-6.300
|
TCC AAN (D4)
|
175-185 {109-114}
|
4.400-4.600
|
Half geopend
|
D1→ D2
|
41-49 {26-30}
|
4.100-5.000
|
D2→ D3
|
86-98 {53-60}
|
4.800-5.500
|
TCC AAN (D3)
|
92-104 {58-64}
|
3.350-3.750
|
D3→ D4
|
139-160 {87-99}
|
5.050-5.800
|
TCC AAN (D4)
|
125-152 {78-94}
|
3.150-3.800
|
Gesloten
|
D4→ D3
|
57-63 {36-39}
|
1.450-1.550
|
D3→ D1
|
5-11 {4-6}
|
200-350
|
Kickdown
|
D4→ D3
|
150-160 {93-99}
|
3.800-4.000
|
D3→ D2
|
98-106 {61-65}
|
3.550-3.800
|
D2→ D1
|
44-50 {28-31}
|
2.500-2.750
|
Test stand M
1. Voer de voorbereiding voor de proefrit uit. (Zie Voorbereiding proefrit.)
2. Zet de selectiehendel in de stand M.
3. Controleer of het opschakelen 1→ 2, 2→ 3, en 3→ 4 en het terugschakelen 4→ 3, 3→ 2, en 2→ 1 met de hand mogelijk is.
-
• Controleer de TCM en AT als er een defect is. (Zie TABEL STORINGZOEKSCHEMA'S.)
4. Decelereer de auto en controleer of het terugschakelen 4→ 3, 3→ 1, en 2→ 1 plaatsvindt. De schakelpunten moeten zijn zoals in de tabel is aangegeven.
-
• Controleer de TCM en AT als er een defect is. (Zie TABEL STORINGZOEKSCHEMA'S.)
5. Laat het gas los en controleer dat er motorremwerking waarneembaar is in alle versnellingen.
-
• Controleer de TCM en AT als er een defect is. (Zie TABEL STORINGZOEKSCHEMA'S.)
6. Rijd met de auto en controleer of er lockup plaatsvindt in de 4e versnelling. De schakelpunten moeten zijn zoals in de tabel is aangegeven.
-
• Controleer de TCM en AT als er een defect is. (Zie TABEL STORINGZOEKSCHEMA'S.)
Rijsnelheid in schakelschema
Bereik
|
Functie
|
Schakelen
|
Rijsnelheid
km/h {mph}
|
Toerental turbinewiel
(omw/min)
|
M
|
Handmatig
|
M4→ M3
|
28-34 {18-21}
|
750-850
|
M3→ M1
|
5-11 {4-6}
|
200-350
|
Test stand P
1. Schakel op een lichte helling de stand P in. Laat het rempedaal los en controleer of de auto niet gaat rijden.
-
• Vervang de AT als er een defect is. (Zie TABEL STORINGZOEKSCHEMA'S.)
Test op onjuiste overbrengingsverhouding (slip)
-
Aanwijzing
-
• Als de overbrengingsverhouding onjuist is maar niet goed wordt geregistreerd, wordt er geen storingscode opgeslagen. Om ervoor te zorgen dat de storingscode wordt opgeslagen, moet de auto na het inschakelen van een versnelling ten minste 7 s met een snelheid van 10 km/h {6,2 mph} in deze versnelling blijven rijden.
-
• Een onjuiste overbrengingsverhouding wijst op een situatie waarin door koppelingsslip in de AT het ingaand en het uitgaand toerental afwijken van een bepaalde waarde.
1. Voer de voorbereiding voor de proefrit uit. (Zie Voorbereiding proefrit.)
2. Voer de volgende stappen uit.
-
(1) Schakel de transmissie in stand D (1e versnelling) en rijd 7 s of langer.
-
(2) Schakel de transmissie in stand D (2e versnelling) en rijd 7 s of langer.
-
(3) Schakel de transmissie in stand D (3e versnelling) en rijd 7 s of langer.
-
(4) Schakel de transmissie in stand D (4e versnelling) en rijd 7 s of langer.
3. Breng de auto tot stilstand.
4. Controleer op storingscodes.
-
• Als er storingscodes aanwezig zijn, repareer de auto dan volgens het desbetreffende storingzoekschema.