Diagnoseprocedure
STAP
|
CONTROLE
|
ACTIE
|
|
---|---|---|---|
1
|
CONTROLEER OF FREEZE-FRAME GEGEVENS ZIJN OPGESLAGEN
• Zijn er FREEZE-FRAME GEGEVENS opgeslagen?
|
Ja
|
Ga naar de volgende stap.
|
Nee
|
Sla de FREEZE-FRAME GEGEVENS op de werkorder op en ga naar de volgende stap.
|
||
2
|
CONTROLEER OF ER GERELATEERDE REPARATIE-INFORMATIE BESCHIKBAAR IS
• Controleer of er service-informatie over dit onderwerp en/of on-line reparatie-informatie is.
• Is er service-informatie over dit onderwerp?
|
Ja
|
Voer de reparatie of het storingzoeken uit overeenkomstig de desbetreffende service-informatie.
• Ga naar de volgende stap als de storing nog niet verholpen is.
|
Nee
|
Ga naar de volgende stap.
|
||
3
|
CONTROLEER TOESTAND ATF
• Controleer toestand ATF.
• In orde?
|
Ja
|
Ga naar de volgende stap.
|
Nee
|
Ververs de automatische-transmissievloeistof, ga dan naar Stap 10.
|
||
4
|
CONTROLEER ATF-NIVEAU
• Start de motor.
• Laat de automatische transmissie op temperatuur komen.
• Voldoet het ATF-niveau aan de specificatie?
|
Ja
|
Ga naar de volgende stap.
|
Nee
|
Vul ATF bij tot aan het voorgeschreven niveau en ga naar stap 10.
|
||
5
|
CONTROLEER SCHAKELMAGNEETKLEP B EN F
• Controleer schakelmagneetklep B en F.
(Zie CONTROLE MAGNEETKLEPPEN.)
• Zijn de schakelmagneetkleppen in orde?
|
Ja
|
Ga naar de volgende stap.
|
Nee
|
Vervang de schakelmagneetklep en ga naar stap 10.
|
||
6
|
CONTROLEER LIJNDRUK
• Start de motor.
• Meet de lijndruk.
Specificatie Stand D, MBij stationair draaien: 320-450 kPa {3,3-4,6 kg/cm2, 46-65 psi} Bij afslaan: 1.130-1.330 kPa {11,5-13,6 kg/cm2, 164-193 psi} Stand RBij stationair draaien: 380-580 kPa {3,9-5,9 kg/cm2, 55-84 psi} Bij afslaan: 1.470-1.700 kPa {15,0-17,3 kg/cm2, 213-247 psi} Stand P, NBij stationair draaien: 380-580 kPa {3,9-5,9 kg/cm2, 55-84 psi}
• Voldoet de lijndruk aan de specificaties?
(Zie Lijndruktest.)
|
Ja
|
Ga naar de volgende stap.
|
Nee
|
Controleer of vervang het desbetreffende onderdeel, afhankelijk van de resultaten van de lijndruktest, en ga naar stap 10.
|
||
7
|
CONTROLEER BLOKKEERTOERENTAL
• Meet het blokkeertoerental in stand D.
(Zie Test bij blokkeertoerental.)
Specificatie 2.400-2.900 omw/min
• Voldoet het blokkeertoerental aan de specificatie?
|
Ja
|
Ga naar de volgende stap.
|
Nee
|
Controleer of vervang het desbetreffende onderdeel, afhankelijk van de resultaten van de lijndruktest, en ga naar stap 10.
|
||
8
|
CONTROLEER FREQUENTIE TURBINEWIELSENSOR TIJDENS RIJDEN
• Zet het contact in stand LOCK.
• Sluit het WDS of een vergelijkbare tester aan.
• Start de motor.
• Meet de frequentie van de turbinewielsensor terwijl onder de volgende omstandigheden gereden wordt:
• Is de frequentie van de turbinewielsensor ongeveer 1.100 Hz?
|
Ja
|
Ga naar stap 10.
|
Nee
|
Ga naar de volgende stap.
|
||
9
|
CONTROLEER DE TOESTAND VAN ALLE SCHAKELKLEPPEN EN DRUKVEREN IN HET KLEPPENBLOK
• Zet het contact in stand LOCK.
• Verwijder het kleppenblok.
• Demonteer het kleppenblok.
• Controleer het volgende:
• Is het kleppenblok in orde?
|
Ja
|
Vervang de automatische transmissie en ga naar de volgende stap.
|
Nee
|
Repareer of vervang defecte schakelkleppen en/of drukveren en ga naar de volgende stap.
|
||
10
|
CONTROLEER OF STORINGZOEKPROCEDURE VOOR STORINGSCODE P0733 IS VOLTOOID
• Controleer of alle losgenomen stekkers weer aangesloten zijn.
• Wis storingscode met het WDS of een vergelijkbare tester.
• Start de motor.
• Laat de automatische transmissie op temperatuur komen.
• Rijd ten minste 3 keer gedurende 1 s of langer onder de volgende omstandigheden.
• Is dezelfde storingscode aanwezig?
|
Ja
|
Vervang de TCM en ga naar de volgende stap.
|
Nee
|
Ga naar de volgende stap.
|
||
11
|
PROCEDURE CONTROLE NA REPARATIE
• Voer "Procedure na reparatie" uit.
• Zijn er storingscodes aanwezig?
|
Ja
|
Ga naar de desbetreffende controleprocedure.
(Zie STORINGSCODETABEL [RC4A-EL].)
|
Nee
|
Het storingzoeken is voltooid.
|