11 |
Abnormaal schakelen |
BESCHRIJVING |
• Schakelt niet correct (niet-correct schakelpatroon).
|
MOGELIJKE OORZAAK |
• Onjuiste afstelling van de transmissiestandschakelaar.
• Transmissie staat vast in de 3e versnelling (failsafe-functie)
• Koppelingsslip
• Kleppenblok defect (onjuiste werking, vastzitten, verstopt oliekanaal)
• Koppelomvormer defect (zuiger lockup-koppeling gescheurd of geschilferd.)
|
Diagnoseprocedure
STAP
|
CONTROLE
|
ACTIE
|
|
---|---|---|---|
1
|
Brandt het controlelampje versnellingsstand overeenkomstig de stand van de selectiehendel als het contact in stand ON staat?
|
Ja
|
Ga naar de volgende stap.
|
Nee
|
Ga naar storingzoekschema nr. 29: CONTROLELAMPJE VERSNELLINGSSTAND BRANDT NIET IN STAND M of nr. 30: CONTROLELAMPJE VERSNELLINGSSTAND BRANDT IN STAND D OF IN STAND P, N, R.
|
||
2
|
Neem de stekker van de magneetklep los.
Werkt de transmissie als volgt?
Stand D: 3e versnelling (vast) Stand R: Achteruit |
Ja
|
Ga naar de volgende stap.
|
Nee
|
Reviseer het kleppenblok en repareer of vervang defecte onderdelen.
(Zie werkplaatshandboek automatische transmissie.)
Reviseer de transmissie en repareer of vervang defecte onderdelen als de storing niet verholpen is.
(Zie werkplaatshandboek automatische transmissie.)
|
||
3
|
Rijd met de transmissie in stand D.
Rijdt de auto weg in de 1e versnelling?
|
Ja
|
Ga naar de volgende stap.
|
Nee
|
Controleer de volgende waarden.
(Zie CONTROLE PCM)
(Zie CONTROLE TRANSMISSIEMODULE.)
PCM-PID (WDS of een vergelijkbare tester):
• APP1
• APP2
• TR_REL
Spanning op TCM-aansluiting:
2G (turbinewielsensor)
2K (VSS)
Repareer of vervang alle defecte onderdelen.
|
||
4
|
Neem de TCM-stekker los.
Is de weerstand tussen aansluiting 2U van de TCM-stekker en stekkeraansluiting J van de magneetklep aan bedradingszijde 5,0 ohm of minder?
|
Ja
|
Ga naar de volgende stap.
|
Nee
|
Repareer de onderbreking.
|
||
5
|
Is de weerstand tussen de massa-aansluiting 2M of 2Q van de TCM-stekker en massa 5,0 ohm of minder?
|
Ja
|
Ga naar de volgende stap.
|
Nee
|
Repareer de onderbreking in het massacircuit.
|
||
6
|
Zet de motor af.
Neem de stekker van de magneetklep los.
Meet de weerstand tussen de volgende stekkeraansluitingen van de magneetklep.
(Zie CONTROLE MAGNEETKLEPPEN.)
• Aansluiting E-J (schakelmagneetklep A)
• Aansluiting F-J (schakelmagneetklep B)
• Aansluiting H-J (schakelmagneetklep C)
• Aansluiting I-J (schakelmagneetklep F)
• Aansluiting G-J (magneetklep lockup-koppeling)
Is de weerstand in orde?
|
Ja
|
Ga naar de volgende stap.
|
Nee
|
Controleer de bedrading van de defecte magneetklep en/of drukschakelaar op onderbreking.
• Als de bedrading in orde is, controleer dan of de magneetklep en/of drukschakelaar mechanisch blijft hangen.
|
||
7
|
Verwijder de koppelomvormer.
Controleer de koppelomvormer.
(Zie werkplaatshandboek automatische transmissie.)
Is de koppelomvormer in orde?
|
Ja
|
Reviseer het kleppenblok en repareer of vervang defecte onderdelen.
(Zie werkplaatshandboek automatische transmissie.)
Reviseer de transmissie en repareer of vervang defecte onderdelen als de storing niet verholpen is.
(Zie werkplaatshandboek automatische transmissie.)
|
Nee
|
Vervang de koppelomvormer.
|
||
8
|
Controleer de testresultaten.
• Als alles in orde is, ga dan terug naar de storingzoektabel om de overige problemen op te lossen.
• Als het probleem blijft bestaan, raadpleeg dan de desbetreffende Service Bulletins en/of de Online Reparatie-informatie en repareer of stel diagnose.
|