STORINGSCODE P0505


STORINGSCODE P0505	Luchtregeling stationair toerental niet in orde
CONDITIES VOOR SIGNALERING	• Aandrijflijnmodule kan stationair toerental niet afregelen op beoogd stationair toerental tijdens de zelfdiagnose. Aanwijzing diagnose-ondersteuning • Storingsindicatielampje (MIL) gaat niet branden. • Er is geen TIJDELIJKE STORINGSCODE opgeslagen. • Er worden geen FREEZE-FRAME GEGEVENS opgeslagen. • De storingscode wordt niet opgeslagen in het geheugen van de PCM.
MOGELIJKE OORZAAK	• Storing in regelsysteem elektronisch gaspedaal • Storing in uitschakelsysteem airco • Storing in dynamoregeling • Luchtinlaatkanaal verstopt - Luchtfilterelement verstopt - Smoorklephuis verstopt • Onvoldoende compressie - Motorolie niet in orde - Vermindering oliedruk - Oliedoseerpomp defect - Storing in regeling oliedoseerpomp - Storing in motor • Brandstofdruk niet in orde • PCM defect


STAP	CONTROLE		ACTIE
1	CONTROLEER OF FREEZE-FRAME GEGEVENS ZIJN OPGESLAGEN • Zijn er FREEZE-FRAME GEGEVENS opgeslagen?	Ja	Ga naar de volgende stap.
1		Nee	Sla de FREEZE-FRAME GEGEVENS op de werkorder op en ga naar de volgende stap.
2	CONTROLEER OF ER GERELATEERDE REPARATIE-INFORMATIE BESCHIKBAAR IS • Controleer of er verwante onderhoudsinformatie beschikbaar is. • Is er service-informatie over dit onderwerp?	Ja	Voer de reparatie of het storingzoeken uit overeenkomstig de desbetreffende service-informatie. • Ga naar de volgende stap als de storing nog niet verholpen is.
2		Nee	Ga naar de volgende stap.
3	CONTROLEER TIJDELIJKE STORINGSCODE OF OPGESLAGEN STORINGSCODE • Zet het contact eerst in stand LOCK en vervolgens in stand ON (motor uit). • Controleer de tijdelijke storingscode of de opgeslagen storingscodes. • Is er een andere storingscode aanwezig?	Ja	Ga naar de desbetreffende controleprocedure. (Zie STORINGSCODETABEL.)
3		Nee	Ga naar de volgende stap.
4	CONTROLEER WERKING REGELSYSTEEM ELEKTRONISCH GASPEDAAL • Controleer het regelsysteem van het elektronisch gaspedaal. (Zie Controle regelsysteem elektronisch gaspedaal.) • Is er een storing?	Ja	Repareer of vervang het defecte onderdeel afhankelijk van de resultaten van de controle. Ga dan naar stap 15.
4		Nee	Ga naar de volgende stap.
5	CONTROLEER WERKING MAGNEETKOPPELING AIRCONDITIONING Aanwijzing • De volgende test dient uitgevoerd te worden voor het aircosysteem. Ga naar de volgende stap bij uitvoeringen zonder airco. • Zet de aanjagermotor uit. • Is de magneetkoppeling nog steeds AAN?	Ja	Ga naar NR. 24: AIRCO ALTIJD AAN/AIRCOCOMPRESSOR DRAAIT CONTINU. (Zie NR. 24: AIRCO ALTIJD AAN/AIRCOCOMPRESSOR DRAAIT CONTINU.)
5		Nee	Ga naar de volgende stap.
6	CONTROLEER WERKING DYNAMOREGELING • Schakel de elektrische verbruikers in terwijl de motor stationair draait. • Stijgt het motortoerental?	Ja	Ga naar de volgende stap.
6		Nee	Repareer de kortsluiting naar plus of vervang de bedrading en ga dan naar stap 9.
7	CONTROLEER LUCHTFILTERELEMENT • Verwijder het luchtfilterelement bij een draaiende motor. • Stijgt het motortoerental?	Ja	Reinig of vervang het luchtfilterelement en ga naar stap 14. (Zie VERWIJDEREN/PLAATSEN LUCHTINLAATSYSTEEM.)
7		Nee	Ga naar de volgende stap.
8	CONTROLEER DOORGANG SMOORKLEPHUIS • Verwijder het smoorklephuis. (Zie VERWIJDEREN/PLAATSEN LUCHTINLAATSYSTEEM.) • Is het smoorklephuis verstopt?	Ja	Reinig de doorgang van het smoorklephuis of vervang het smoorklephuis. Ga vervolgens naar stap 14. (Zie VERWIJDEREN/PLAATSEN LUCHTINLAATSYSTEEM.)
8		Nee	Ga naar de volgende stap.
9	CONTROLEER COMPRESSIE • Controleer de compressie. (Zie CONTROLE COMPRESSIE) • Is er een storing?	Ja	Ga naar de volgende stap.
9		Nee	Ga naar stap 14.
10	CONTROLEER OLIEDOSEERPOMP • Controleer de oliedoseerpomp. (Zie CONTROLE OLIEDOSEERPOMP.) • Is er een storing?	Ja	Repareer of vervang het defecte onderdeel afhankelijk van de resultaten van de controle. Reviseer of vervang de motor. Ga dan naar stap 15.
10		Nee	Ga naar de volgende stap.
11	CONTROLEER STAAT MOTOROLIE • Controleer de staat van de motorolie. • Is de staat van de motorolie normaal?	Ja	Ga naar de volgende stap.
11		Nee	Ververs de motorolie. Controleer de thermosensor koelvloeistof en de bijbehorende bedrading. (Zie CONTROLE THERMOSENSOR KOELVLOEISTOF.) Reviseer of vervang de motor. Ga dan naar stap 15.
12	CONTROLEER OLIEDRUK • Controleer de oliedruk. (Zie CONTROLE OLIEDRUK.) • Is er een storing?	Ja	Repareer of vervang het defecte onderdeel afhankelijk van de resultaten van de controle. Reviseer of vervang de motor. Ga dan naar stap 15.
12		Nee	Ga naar de volgende stap.
13	CONTROLEER OLIEKANAAL • Controleer de olieleiding tussen oliedoseerpomp en oliesproeier. • Is er een storing?	Ja	Controleer op lekkages en/of verstoppingen in het oliekanaal naar de motor, en repareer deze. Reviseer of vervang de motor. Ga dan naar stap 15.
13		Nee	Reviseer of vervang de motor. Ga dan naar de volgende stap.
14	CONTROLEER DRUK BRANDSTOFLEIDINGEN • Controleer de druk in de brandstofleidingen. (Zie CONTROLE DRUK IN BRANDSTOFLEIDINGEN.) • Is er een storing?	Ja	Vervang de brandstofpomp en ga naar de volgende stap. (Zie VERWIJDEREN/PLAATSEN BRANDSTOFPOMP.)
14		Nee	Ga naar de volgende stap.
15	CONTROLEER OF STORINGZOEKPROCEDURE VOOR STORINGSCODE P0505 IS VOLTOOID • Controleer of alle losgenomen stekkers weer aangesloten zijn. • Wis de storingscodes uit het PCM-geheugen met behulp van het WDS of een vergelijkbare tester. • Voer de zelfdiagnose uit. • Is dezelfde storingscode aanwezig?	Ja	Vervang de PCM en ga naar de volgende stap. (Zie VERWIJDEREN/PLAATSEN PCM.)
15		Nee	Ga naar de volgende stap.
16	PROCEDURE CONTROLE NA REPARATIE • Voer de 'PROCEDURE NA REPARATIE' uit. (Zie PROCEDURE NA REPARATIE) • Zijn er storingscodes aanwezig?	Ja	Ga naar de desbetreffende controleprocedure. (Zie STORINGSCODETABEL.)
16		Nee	Het storingzoeken is voltooid.