NR. 8: LAGE TOPSNELHEID EN SLECHTE ACCELERATIE


BHE050301026W13

8

Lage topsnelheid en slechte acceleratie

BESCHRIJVING

• De acceleratie van de auto is slecht bij het wegrijden.
• Vertraagde acceleratie wanneer het gaspedaal tijdens het rijden ingetrapt wordt.

MOGELIJKE OORZAAK

• Storing in motor
- Verstopt luchtfilter, onjuist ontstekingstijdstip, zwakke vonk, gereduceerde compressie, onjuist motorkoppelsignaal, enz.
• AT defect
- Transmissie staat vast in de 3e versnelling (werking van de failsafe-functie)
- Storing in ingangs-/uitgangssignaal (VSS, turbinewielsensor, thermosensor ATF, magneetklep lijndruk, magneetklep lockup-koppeling, schakelmagneetklep A, B, C en F)
• Lage topsnelheid of slechte acceleratie omdat de transmissie vaststaat in de 3e versnelling vanwege de failsafe-functie. In dergelijke gevallen wordt een storingscode opgeslagen.
- Slechte massaverbinding TCM
• De transmissie wordt mechanisch vastgezet in de 3e versnelling als de TCM niet meer werkt als gevolg van een slechte massaverbinding. In dergelijke gevallen wordt een storingscode opgeslagen.
- Slechte massaverbinding in automatische transmissie
• Als er een slechte massaverbinding is, kan de koppelingsdruk afnemen, wat kan leiden tot koppelingsslip.
- Onjuiste afstelling transmissiestandschakelaar
- Signaal gaspedaalsensor en smoorklepsensor komen niet overeen (CAN-communicatie)
• Het signaal van de smoorklepsensor komt niet overeen met het signaal van de gaspedaalsensor (CAN-communicatie). Hierdoor wordt de transmissie vastgezet in een hoge of lage versnelling, wat leidt tot een lage topsnelheid en een slechte acceleratie. (Zie 'Signaal gaspedaalsensor en smoorklepsensor komen niet overeen (CAN-communicatie)' bij 'Nr. 11: Abnormaal schakelen.')
- Koppelingsslip (koppeling 'laag' en koppeling 'hoog')
• In het geval van koppelingsslip wordt er een storingscode (onjuiste overbrengingsverhouding) opgeslagen.
- Gereduceerde lijndruk
- Kleppenblok defect (onjuiste werking, vastzitten, verstopt oliekanaal)
• Verstopping hydraulisch circuit (schakelmagneetklep A, B, C, F en magneetklep lockup-koppeling)
• Regelschuif defect
- Geen koppel.
• Koppelomvormer defect (onjuiste werking)
Aanwijzing
• Controleer vóór het uitvoeren van de volgende stappen voor storingzoeken dat de zelfdiagnose automatische transmissie en de basiscontrole automatische transmissie werden uitgevoerd. (Zie BASISCONTROLE.)

Diagnoseprocedure

STAP

CONTROLE

ACTIE

1
Brandt het controlelampje versnellingsstand overeenkomstig de stand van de selectiehendel als het contact in stand ON staat?
Ja
Ga naar de volgende stap.
Nee
Ga naar storingzoekschema nr. 29: CONTROLELAMPJE VERSNELLINGSSTAND BRANDT NIET IN STAND M of nr. 30: CONTROLELAMPJE VERSNELLINGSSTAND BRANDT IN STAND D OF IN STAND P, N, R.
2
Ga naar Nr. 12: TE WEINIG/VERLIES VAN VERMOGEN - ACCELEREREN/CONSTANTE SNELHEID.
Is het inspuitsysteem in orde?
Ja
Ga naar de volgende stap.
Nee
Repareer of vervang alle defecte onderdelen.
3
Neem de stekker van de magneetkleppen los.
Werkt de transmissie als volgt?
 

Stand D: 3e versnelling (vast)

Stand R: Achteruit

Ja
Ga naar de volgende stap.
Nee
Reviseer het kleppenblok en repareer of vervang defecte onderdelen.
(Zie werkplaatshandboek automatische transmissie.)
Reviseer de transmissie en repareer of vervang defecte onderdelen als de storing niet verholpen is.
4
Rijd met de transmissie in stand D.
Rijdt de auto weg in de 1e versnelling?
Ja
Ga naar de volgende stap.
Nee
Controleer de volgende waarden.
(Zie CONTROLE PCM)
PCM-PID's (WDS of een vergelijkbare tester):
• APP1
• APP2
• TP_REL
• VSS
Spanning op TCM-aansluiting:
2G (turbinewielsensor)
1D (transmissiestandschakelaar, stand P)
2B (transmissiestandschakelaar, stand N)
2C (transmissiestandschakelaar, stand R)
2E (transmissiestandschakelaar, stand D)
2K (VSS)
Repareer of vervang alle defecte onderdelen.
5
Neem de TCM-stekker los.
Is de weerstand tussen aansluiting 2U van de TCM-stekker en stekkeraansluiting J van de magneetklep aan bedradingszijde 5,0 ohm of minder?
Ja
Ga naar de volgende stap.
Nee
Repareer de onderbreking.
6
Is de weerstand tussen de massa-aansluiting 2M of 2Q van de TCM-stekker en massa 5,0 ohm of minder?
Ja
Ga naar de volgende stap.
Nee
Repareer de onderbreking in het massacircuit.
7
Zet de motor af.
Neem de stekker van de magneetklep los.
Meet de weerstand tussen de volgende stekkeraansluitingen van de magneetklep.
• Aansluiting E-J (schakelmagneetklep A)
• Aansluiting F-J (schakelmagneetklep B)
• Aansluiting H-J (schakelmagneetklep C)
• Aansluiting I-J (schakelmagneetklep F)
• Aansluiting G-J (magneetklep lockup-koppeling)
Is de weerstand in orde?
Ja
Ga naar de volgende stap.
Nee
Controleer de bedrading van de defecte magneetklep op onderbreking.
• Als de bedrading in orde is, controleer dan of de magneetklep mechanisch blijft hangen.
8
Voer de blokkeertest uit. (Zie Test bij blokkeertoerental.)
Is het blokkeertoerental normaal?
Ja
Controleer de symptomen van de storing opnieuw.
Nee
Reviseer de transmissie en repareer of vervang defecte onderdelen. (Zie werkplaatshandboek automatische transmissie.)
9
Controleer de testresultaten.
• Als alles in orde is, ga dan terug naar de storingzoektabel om de overige problemen op te lossen.
• Als het probleem blijft bestaan, raadpleeg dan de desbetreffende Service Bulletins en/of de Online Reparatie-informatie en repareer of stel diagnose.
- Als het probleem verholpen is, is het storingzoeken voltooid.
- Als het probleem niet verholpen is en er geen aanvullende informatie om diagnose te kunnen stellen beschikbaar is, moet de TCM worden vervangen.
(Zie VERWIJDEREN/PLAATSEN TRANSMISSIEMODULE.)