1. Verwijder de afdekkap van de motor.
2. Verwijder de accukap.
3. Neem de minkabel van de accu los.
4. Tap de ATF af. (Zie VERVERSEN AUTOMATISCHE-TRANSMISSIEVLOEISTOF (ATF).)
5. Verwijder de volgende onderdelen.
6. Verwijder de onderdelen in de aangegeven volgorde, zie de tabel.
7. Plaats de onderdelen in omgekeerde volgorde.
8. Vul ATF bij tot het aangegeven niveau. (Zie VERVERSEN AUTOMATISCHE-TRANSMISSIEVLOEISTOF (ATF).)
9. Controleer de olieleidingen en -slangen op lekkage.
10. Controleer de leidingen op koelvloeistoflekkage.
11. Controleer het niveau en de toestand van de ATF. (Zie CONTROLE AUTOMATISCHE-TRANSMISSIEVLOEISTOF (ATF).)
12. Voer de lijndruktest uit. (Zie Lijndruktest.)
13. Maak een proefrit. (Zie PROEFRIT.)
.
1
|
Holle bout
|
2
|
Veerring
|
3
|
Olieslang
|
4
|
Verende slangklem
|
5
|
Olieleiding, olieslang
|
6
|
Radiateur (met geïntegreerde oliekoeler)
|
1. De oliekoeler van de automatische transmissie moet altijd doorgespoeld worden wanneer de transmissie voor onderhoud verwijderd wordt, aangezien de aanwezige vloeistof vervuild kan zijn; daardoor zou de nieuwe vloeistof ook vervuild kunnen raken.
2. Volg de aanwijzingen voor doorspoelen in het instructieboekje van de fabrikant.
1. Zet perslucht op de aansluiting aan de oliekoelerzijde en blaas al het vuil en de verontreinigingen uit de leidingen. Zet de perslucht er langer dan 1 minuut op.
2. Breng de merktekens in lijn en schuif de olieleiding op de leiding tot aan de aanslag, zoals in de afbeelding is aangegeven.
3. Plaats de slangklem op de slang.
4. Controleer of de slangklem niet met andere onderdelen in aanraking komt.